vrijdag 17 februari 2012

Argentinië - Chili: Bariloche - Rio Manson- El Bolson - Epuyen - Futaleufu

Met een klein hartje gingen we onze fietsen oppikken. Vier weken geleden werden ze moederloos achtergelaten bij een plaatselijke fietsfixer die we eigenlijk met de natte vinger hadden gekozen, voornamelijk omdat hij onze roestbakjes drie weken kon stallen.
De brave man bleek niet alleen onze banden geïnstalleerd te hebben, ook de derailleurs en remmen hadden een nazichtje gehad. Totale kostprijs: 25 Ar$, oftewel een dikke vier euro. We proberen de man nog een honderdje in zijn handen te stoppen maar Rodrigo wil van geen wijken weten.Daar sta je dan voor de zoveelste keer met je mond vol tanden. Wie in Bariloche komt, ga langs de I-rent shop voor al je fietsspullen en zeg Rodrigo dat Bart en Lobke je gestuurd hebben.
's Anderendaags is het terug fietsjes opladen. We leren nog net een sympathiek koppel uit Turnhout kennen die zich over onze gelezen boeken willen ontfermen (wéér een kilo lichter, yippie!), maar dan is het onverbiddelijk de weg op. Het weer is bij ons vertrek (nog) niet geweldig, maar we kennen de route al wel n beetje. De benen komen al snel los, al moet Lobke de moed er bij Bart toch een keer hardhandig inpeperen. Gelukkig hebben we twee busjes pepperspray bij de hand en verloopt de tocht gezellig.
We krijgen hoe langer hoe meer de perfecte route voorgeschoteld. Het weer wordt prachtig, de weg is prima geasfalteerd, en de fietsen rollen als nieuw.

Wat hebben we uiteindelijk veranderd?
-De Continental Travelcontact fietsbanden zijn vervangen door gloednieuwe Schwalbe Marathon Mondials. Probeer die in België maar eens te vinden, laat staan in Argentinië. Toch rollen wij er op, en al is hun rolweerstand een pak hoger dan de Continentals, we voelen ons al een pak veiliger met deze Kevlar-beestjes. Als reserveband hebben we twee vouwbare Schwalbe Marathon Extremes in de bagage zitten.

-Met een digitale drukmeter controleren we voortaan om de andere dag de bandenspanning. Ons kleine pompje kon hoogstens drie Bar in onze banden blazen. Veel te weinig voor een volgeladen fiets te steunen op de onverharde wegen hier. In El Bolson tikken we een grote pomp op de kop die eigenlijk niet eens zo zwaar is, maar waarmee we onze banden wel vlot op 5 Bar kunnen zetten. Het verschil is niet alleen voelbaar bij het rijden, je ziet de band ook duidelijk minder indeuken.

De indrukken en belevenissen van een fietsreis zijn weer meteen zoveel intenser dan wanneer je via bus of auto zou rijden. We slapen aan de rivier op een campsite die gerund wordt door het evenbeeld van Saai Babba, passeren in het slaperige dorpje Epuyen waar we een extra tien kilometer uit de vermoeide benen wringen om op een kleine boerderij aan een idyllisch meer te overnachten en onze kampvuurkwaliteiten nog een keer uittesten. We proeven een lokaal biertje in El Bolson, om uiteindelijk aan onze laatste kilometers in Argentinië te beginnen. De weg verandert helaas in een stenen ballenbad, waar we aanvankelijk met moeite de kilometers afleggen. Via een laatste Nationaal Park Los Alerces trekken we richting Chili. Het is tandenknarstijd op de zware wegen. De kilometers vorderen traag, ons hele lijf krijgt voordurend schokken te verwerken, zadelpijn krijgt nieuwe dimensies (de kans dat Bart ooit nog kinderen gaat krijgen neemt elke dag een beetje af), maar de fietsjes gedragen zich méér dan goed. Geen spaak die breekt, geen band die klapt, af en toe moeten we de ketting er terug op leggen en trappen we verder richting de grensovergang. Het landschap rondom is het prachtigste dat we in heel Argentinië zagen. Het wordt nog moeilijk om afscheid te nemen.

Zelfs de meest nors uitziende grensbewaker klaart zichtbaar op wanneer de beambte 'cyclistas' mompelt. We moeten in twee zinnen vertellen waar we allemaal geweest zijn en krijgen een goede reis gewenst. Chili verwelkomt ons dan weer met een geweldig asfalt, en ook hier veranderen de kwaad uitziende beambtes in gezellige nonkels. Lobke vinkt per ongeluk 'Masculino' aan op haar immigratieformulier, en mag tot groot joleit van de douane een nieuw exemplaar invullen.
We kleven een Argentijns vlagje op de fiets ter afscheid van dit mooie land. Lieve mensen, prachtige oorden, lekker eten, lekker bier en fijne wijn, maar we zijn toch blij om eindelijk in Chili te belanden.
Onze eerste halte heet Futaleufu. In dit piepkleine dorpje kom je om te kayakken of de rivier af te raften. We kijken niet veel rond voor we een familie-hostel binnen duiken. Het ruikt er naar de houtkachel die in de living staat. We krijgen elk een ruim bed met voldoende dekens om je warm te houden. Het douchewater is af en toe zelfs lauw wat toch wel welkom is na een zware fietsdag.

Klasse V rapid!
We stappen op goed geluk bij Condor Fú binnen, één van de plaatselijke rafting-organisaties. Het blijkt een jong team te zijn dat ons twee heerlijke rafting dagen bezorgt. Tussenin raften we ook een keer met Futaleufu Explorer, maar hun chaotische aanpak en nonchalante rafter geven niet veel vertrouwen. We leren John en Kirstie uit Australië kennen. Met hen gaan we de laatste dag raften en 's avonds lekker uit eten.
's Anderendaags lassen we één rustdag in omdat de regen toch met bakken uit de hemel valt. Zaterdag 18 februari is het onverbiddelijk terug de fiets op! Vanaf nu trekken we richting het noorden! We zijn er nog lang niet hoor!

maandag 6 februari 2012

El Chalten : 't zal wel zen!


 We vonden het wel jammer dat Torres del Paine maar voor de helft geopend was, maar niet getreurd. Een trekking naar bijvoorbeeld de Fitz Roy kan ook best wel eens de moeite zijn. Tijdens de busrit herhalen we vaak genoeg hoe blij we zijn dat we dit  stuk niet met de fiets afleggen. Driehonderd saaie kilometers langs een woestijn waar werkelijk niets te zien valt, maar waar je letterlijk omver geblazen wordt als je uit de bus stapt. Welkom in Patagonië heet dat dan.

Mount Fitz Roy
Lago de Los Tres


Hostel Condor del Andes heeft een piepkleine dorm met vier bedden waar wij er eentje van bezetten. Zoals gewoonlijk zijn de bedden te kleine voor mensjes van één meter tachtig, en de matrassen hebben ook al hun beste tijd gehad. Nee, dan liever onze thermasrestjes, al is die van Lobke wéér lek.
Om mensen te ontmoeten is deze hostel werkelijk geweldig want er is eigenlijk gewoonweg niets. Geen internet, geen tv, geen boeken, je moet maar met jezelf spelen. Elke avond belanden we na onze trekkings steevast in de sofa en geraken we aan de praat met de hele wereld. Een Amerikaanse wereldverbeteraar, een Japanse muzikante, een schuchtere Italiaan die Caesar heet,  veel Franse en Duitse mensen, iedereen passeert de revue.

Gelukkig zijn we hier om trekkings te doen, al kunnen we ze zeker niet allemaal afstappen. Het zicht op de bergen en gletsjers is steevast adembenemend. Ook de routes zijn eigenlijk gemakkelijker af te leggen dan eender welke trekking die we al maakten. Vooral de bossen waar we door moeten zijn op z'n minst gezegd Patagonisch; er liggen evenveel omgewaaide bomen en dode woudreuzen dan dat er nog overeind staan. Je kampeert er zelfs gratis maar toch zijn de meeste kampeerplaatsen niet al te druk bezet.
De eerste halte heet Camping Poincenot. Het hele kampeerplekje ligt gelukkig een goede anderhalve meter lager dan de rest van het bos en blijft zo gespaard van de meeste wind. Onze tent lijkt wel de Pfaff-villa in vergelijking met de meeste (huur)tentjes die je hier ziet. De naaste buren zijn twee Chinese jongens die een wel héél intieme nacht tegemoet gaan in hun mini-tentje, dat je met gemak onder onze voortent had kunnen opstellen.

Cerro Torre en Glaciar Maestri

Vanuit de camping trekken we naar enkele viewpoints om de gletsjers te bekijken. Ook hier kan je de zon zien opkomen maar dat laten we dit keer aan onze neus voorbijgaan.
De kou (lees: een goeie 11° die dankzij de wind ijskoud aanvoelt)  liegt er helaas ook niet om, dus duiken we na de trekkings snel de slaapzakken in. We lieten Rindert enkele modellen uit Nepal opsturen die je warm houden bij -15°. Iemand in België nog zo'n slaapzakje nodig op dit moment?
Kampeer-eten is ook een keuken apart, waarbij je liefst Paul Goossens niet over je schouder laat meeloeren. De basiskeuken omvat gedroogd fruit, melkpoeder en muesli voor het ontbijt. 's Middags zijn we op tocht meestal aangewezen op krakers en kaas (al is iemand dit keer de kaas vergeten mee te nemen), 's avonds koken we soep, rijst of pasta aan ons tentje. Gelukkig is Lobke chef-kok van dienst dus eindigen de simpelste gerechten steevast heel smakelijk.

Gorilla in de mist
De tweede dag trekken we verder naar camping D'Agostini die vlak aan een prachtige rivier ligt. Overal kom je trouwens kleine riviertjes van gletsjerwater tegen. Dorst? U duikt er maar in, want het water is drinkbaar. Er zijn te weinig superlatieven in de wereld om te beschrijven wat drinken uit de rivier met een mens doet. We zien onszelf nog niet zo meteen uit de Schelde drinken, maar hier is het water kristalhelder en eigenlijk best lekker.
Vanuit deze campsite is het slechts een korte wandeling naar de Cerro Torre en de Maestri gletsjer. We zoeken een plekje uit de wind tussen de rotsen en gaan gewoon een uurtje zitten genieten. Na een tijdje trekt het wolkendek zelfs een beetje open en krijgen we beter zicht op de bergtoppen. Daarna pakken we weer in en dalen we terug af naar El Chalten om één dagje platte rust te houden en onszelf een suiker-vergiftiging te bezorgen in het plaatselijke pannekoekenhuisje. Er is nog één bergje dat we over kunnen steken van hieruit, maar na een vier uur klimmen blijken de pieken allemaal verborgen te zitten in het wolkendek.
We besluiten ons verblijf in el Chalten met een etentje in de plaatselijke Cervezeria, in gezelschap van onze kamergenoot Jamie. 
's Ochtends pikt de shuttle ons véél te vroeg op om richting de luchthaven te vertrekken. Gelukkig is er daar een goeie koffiebar en een prima hotspot om emails te lezen. De vlucht verloopt vlekkeloos, én de luchthaven van Bariloche is terug open, dus zijn we véél vroeger dan verwacht terug in Hostel Patanuk, waar we een hete douche en een fantastisch bed vinden om een welverdiende siësta te houden. Slaapwel!