dinsdag 29 mei 2012

Huaraz - Trujillo - Ecuador - Loja - Quito

Net als we dachten ons qua eten niet meer te kunnen verbeteren lopen we Chez Mi Chef Christophe binnen. De boekenkast staat vol Vlaamstalige boeken,  er staat Friet met Stoofvlees op de menu, en de Chef is een boomlange blanke, helaas een Gentenaar. Onze avond kan alvast niet meer stuk.
We beginnen`s anderendaags aan de Canyon del Pato, en voor één keer is het verlaten van het dorpje kinderspel. Aanvankelijk is het uitzicht niet je dat maar daar komt gelukkig snel verandering in. Zeker wanneer we aan het laatste deel beginnen en DOOR de rotsen moeten. Ongeveer dertig tunnels scheiden ons van het eerstvolgende dorpje. We plakken onze zaklamp op de fietshelm en doen telkens we de duisternis inrijden een schietgebedje naar de heilige Transportia dat er geen vrachtwagen van de andere kant over de éénvaksweg zal denderen terwijl we in de lange tunnels zitten.Slechts één keer moeten we ons reppen om op tijd uit de weg te zijn. Wéér een straf verhaal en dichtgeknepen billen!


Goat riders in the sky!
Het dorpje waar we belandden behoort toe aan de plaatselijke energiecentrale. Toch vreemd dat `s avonds telkens voor een tweetal uurtjes de elektriciteit uitvalt. Het lijken de knoeiers van Electrabel wel! Er is gelukkig een primitieve hostel met een eigenaar die nieuwe dimensies aan het begrip "doofheid" geeft, al is volgens de plaatselijke bevolking zijn doofheid vooral actief wanneer hij iets niet wìl horen.
We nemen `s anderendaags de bus die hier door de hoofdstraat rijdt. Gewoon voor je deur gaan zitten wachten op het busje. We lijken de methadonjunks uit Nederland wel. Maar het busje komt, al is  het een uur te laat. We merken aanvankelijk niets. Pas als we stoppen om te lunchen merken we dat er een geit op het dak gebonden zit naast onze fietsen. Nog steeds hebben we geen kwade vermoedens. Pas als we Chimbote bereiken en de geiten uitgeladen worden schrikken we ons te pletter. Meer dan twintig geiten worden via hun hoorns van het dak naar beneden gelaten. Twee schaapjes ondergaan hetzelfde lot via de voorpoten. De meeste geiten kunnen gelukkig meteen op hun poten staan, wat niet meer gezegd kan worden van de meer dan twintig (!) geitjes die op mekaar gepropt zitten in de kofferbak. De arme beestjes druipen van de uitwerpselen, en de meeste liggen voor dood naast de bus. Waar zit Walt Disney als je hem nodig hebt? Stuur die pippo`s van Gaia maar een keer naar hier.


De kleurige kathedraal van Trujillo
Als we aan de terminal arriveren blijken onze fietsjes gelukkig geen geitenschade geleden te hebben, en hebben we binnen de vijf minuten een bus naar Trujillo, onze laatste halte in Peru.
Het is al donker wanneer we arriveren, dus hermonteren we de fietsen snel en rijden vlot het centrum binnen. Onze hostal "Colonial" is een prachtig koloniaal gebouw met binnenpleintjes, fonteinen, en aangezien we op de bovenste verdieping zitten hebben we ook een enorm dakterras aan de voorkant, met uitzicht op de kathedraal en de St Fransiscus kerk. We ontbijten er met koffie en omeletjes, weer een voordeel van je eigen keuken bij te hebben.
De halve stad is in pasteltinten geschilderd, inclusief de imposante kathedraal op de Plaza de Armas. We belandden al snel op de plaatselijke mercado waar je heerlijke sandwiches en verse fruitsappen kan krijgen voor geen geld. We hebben alweer een vaste plek om te lunchen. Én Lobke tikt eindelijk nog een keer een potje Nutella op de kop. Bart moet het ´helaas´stellen met een fles Havana Club, wat hier om en bij de vijf euro kost! Peru is echt een mooi land!


Ken ik u niet van bij Hergé?
Nabij Trujillo liggen enkele pré-inca sites, met name de Tempel van de Zon en Maan en ook het Chan Chan complex. In plaats van zelf een gids te betalen en naar daar te bussen boeken we een toer via een touroperator op de Plaza. De kostprijs is belachelijk laag, voor amper 7 eurootjes zijn we gesteld.
De pré-inca musea zijn indrukwekkend. Het aardewerk is van een ongeziene kwaliteit. Ook de tempels waar de archeologen nog steeds aan het werk zijn, zijn impressionant. Het Chan Chan complex is ietsje te gerestaureerd naar onze goesting, maar op zijn minst even indrukwekkend.
De laatste dag spenderen we voornamelijk op het strand. Er wacht ons ´s nachts een bus richting Piura, waar we meteen de bus richting La Loja in Ecuador zullen nemen. We zitten een beetje achter op schema, maar voorlopig hebben we nog geen reis-stress.


Cuenca
Het is tijd om afscheid te nemen van het mooie Peru. Via twee busritten belanden we in Ecuador, en Loja is ons eerste eindpunt. We nemen snel een hostal vlak naast de busterminal als Lobke plots hoge koorts begint te maken. Misschien was de ceviche (Rauwe vis in een zure saus) van eergisteren toch niet zo vers meer. We moeten eerst wat uitzieken voor we verder kunnen. Beter een dagje langer rusten dus, al is Bart Loja na vier dagen alleen uit eten gaan echt wel beu. In Loja vind je amper kerkjes en vier musea waar niet veel te bekijken valt. De verschillen met Peru vallen nochtans meteen op. Het irritante getoeter en de luidruchtige moto-taxi`s zijn hier uit den boze. Ecuadorianen zijn beheersder, maar ook ietwat gereserveerder, al kunnen we van de service in hotel Del Bus niets verkeerds zeggen. Er wordt zelfs speciaal voor ons een permanente waterkoker geïnstalleerd om Lobke te voorzien van de nodige theetjes. Gelukkig is na een dag de koorts een pak minder. Na vier dagen rusten bussen we richting Cuenca, waar enkele feestjes voor 24 mei aan de gang zijn. Deze dag vieren de Ecuadorianen dat ze de Spanjaarden officiëël hebben buitengeknikkerd. We kunnen ook hier echter niet te lang blijven, maar aangezien de hele stad sluit voor het 24 mei feest kunnen we geen enkel museum bezoeken en is er amper iets te doen. Het blijft bij een rondrit in de toeristenbus en een bezoek aan de Wunderbar, de plaatselijke Duitse kroeg. Vrijdagnacht is het weer de bus op richting Quito! De zitplaatsen zijn amper gevuld dus kunnen we ons op twee zitjes in een bepaalde positie proberen te wringen om te slapen. Het lukt amper. Gelukkig arriveren we rond half zeven ´s ochtends in Quito en is er een fijn ontbijtplekje naast de busterminal. Even de fietsen optuigen en een hapje steken!

We bereiken "La Casona de Mario" na een kleine klim door de verlaten stad, en plots doen de benen pijn. Dat zal ons leren van zo weinig te fietsen! We worden in het hotel begroet door twee doodbrave woefkens, en de ietwat knorrige eigenaar. Na een welverdiend schoonheidsslaapje trekken we de stad in, die ook dit weekend het 24 mei feest viert. Alles is gesloten, dus ook de reisbureaus waar wij een last-minute naar de Galapagos-eilanden dachten te boeken. We boeken gewoon onze vlucht, en zullen ter plekke onze plan wel trekken. We pikken een sfeervol optreden mee van de Ska-band La Piñata in de kroeg achter de hoek, en vliegen maandagochtend naar het beloofde land, GALAPAGOS!

maandag 14 mei 2012

Huancayo - Huanuco - Hualanca - Huaraz

Na veel wikken en wegen plannen we de volgende weken Peru. Time is short, so much to see and so little time, al hebben we nog meer dan twee maanden tijd. In Hostal "Casa de Abuela" genieten we nog van de pratende papegaaien en de Wurlitzer-jukebox.
We boeken een nachtbus via "Turismo Central" richting Huanuco. Ook nu weer krijgt onze bagage een voorkeursbehandeling, en voor één keer moet Bart niet zelf in de kofferbak kruipen om de fietsen netjes te behandelen. Nu moet je normaal als Peruaan ook je rijbewijs halen...tenzij je een ernstige vorm van het Down syndroom hebt, dan KRIJG je een rijbewijs om met de bus te rijden. Aanvankelijk verloopt alles vlot en vallen we halverwege de uiterst boeiende vertoning van Jurrasic Park 4 {gedubd in het Spaans natuurlijk] in slaap. Als de DVD voor de zoveelste keer blijft haperen gaat de TV gelukkig uit en kunnen wij verder maffen. Tot er in het holst van de nacht iemand wenst uit te stappen, en onze chauffeur vrolijk verder rijdt...zonder evenwel de glazen zijdeur te sluiten, die met een enorme knal uit elkaar barst. Wij draaien nog een keer om en slapen verder.
Huanuco slaapt als we arriveren, en lijkt zo een uiterst charmant stadje. We zoeken een simpele hostel voor een nachtje, en tegen de tijd dat we nog een uurtje willen bijslapen komt het typische Peruaanse verkeer op gang. Het lawaai van de moto-taxis en toeterende auto´s is gewoonweg niet te harden. Peruanen toeteren  om de drie seconden, als ze stilstaan, als ze rijden, als ze inhalen, als ze willen stoppen, noem maar op. Het pittoreske stadje verandert in een mum van tijd in een lawaaierige bedoening. Dat Schauvliege het HIER een keer komt uitleggen met haar debiele 100dB norm?

De grote kindervriend
Gelukkig slapen wij al lang met oordoppen, dus genieten we ´s nachts toch van een beetje rust. Bij het optuigen van de fietsen krijgen we ´s ochtends weer meer aandacht dan we gewend zijn. Er passeren hier blijkbaar niet veel blanken op de velo! We mogen het merken als we ´s middags denken even te stoppen op een dorpspleintje om een boterham te eten. De plaatselijke lagere school is net uit, en er verzamelen zich een dertig tal kleine joeng om de Tangoreizigers te begapen. Niet echt plezierig als je buiten adem bent, al wringt Bart er nog een glimlach uit en leert hij de kids snel hoe de Mexican-wave er uitziet.
Ondanks de zware klimpartij halen we toch bijna vijftig kilometer, wat niet echt veel lijkt maar wel veel is gezien de hellingsgraad. We vragen aan de deur van een schamel boerderijtje of we onze tent mogen neerpoten in de tuin. De eigenaar blijkt Jezus te heten, naast onze redder nu ook onze camping-hulp. Jezus, bedankt!

Lobke sprakeloos
We kunnen ´s ochtends eindelijk nog een keer zelf koffie zetten, na al dat instant- en oplosgedoe een ware verademing. Ja hoor, de beste koffie zet je zelf, in de tuin van Jezus en zijn ma!
We klimmen tot 3900 meter hoogte, en het ademen blijft ondertussen vlotjes gaan, zelfs op die hoogte. Onderweg komen we eindelijk nog een keer de flikken tegen, die ons verbieden tent op te slaan langs de rivier wegens "te gevaarlijk". We krijgen een persoonlijke escorte naar het volgende dorpje. Zelden zo ´n duidelijk "VANMIJNERF" gehoord.Och, dankzij de arm der wet wringen we nog twintig kilometer uit de vermoeide benen en eindigen we in een piepklein dorpje, waar één klein hostalletje is en een piepklein restaurantje waar ze een héél lekkere "rijst met kip" serveren...voor de dertigste dag op rij.


Ondanks alle klimmen -we zitten nu permanent boven de 3500 meter- genieten we volle petrol. Het landschap is het prachtigste dat we in Peru gezien hebben. De weg is redelijk goed geasfalteerd, dus zijn de  enige dingen waar je op moet letten de benen, adem en het weer, dat hier al wel eens snel durft kantelen. We arriveren in Huallanca waar de bevolking last heeft van een ernstige vorm van staar. We zijn blijkbaar weer "The only gringos in town"! We hebben enkel een goed bed nodig, want ´s anderendaags wacht ons een klim van 3600m tot 4700m in amper 25 kilometer. Bart mag eerst nog een bandje vervangen, maar tegen 14u staan we op de top. Tijd om te lunchen. Wanneer we naar beneden donderen krijgen we een prachtige beloning voor al dat harde werk, al hoort daar ook een buitje bij. Dankzij de regen kiezen we een beetje snel een hostel die eigenlijk perfect het plaatselijke stadje weergeeft. De mijn is hier de enige bron van inkomsten, en de armoede lees je van de schamele barakken af. Ché maakte in zijn "Motorcycle Diaries" al een opmerking over hoe de mijnwerkers schaamteloos uitgebuit werden. Blijkbaar is het enige dat de laatste zeventig jaar veranderde het feit dat de mijnen nu in Koreaanse handen zijn. Peru ontgint net zoals Chili de bodem ten voordele van buitenlandse bedrijven. De ´Conquistadores´dragen tegenwoordig een maatpak en hebben een legertje advocaten bij, allemaal met de glimlach.

Bart kan na lang zoeken het haarfijne naaldje vinden dat zijn achterband weer verruïneerde. We vervangen snel zowel binnen- als buitenband en beginnen aan de zoveelste klim, ditmaal ´slechts´tot 4300 meter. Na een korte moeilijke afdaling die recht tegen de wind ingaat arriveren we in Conococha. Huaraz ligt op 80 kilometer.We lunchen met een lekkere "Trucha Frita" en besluiten het er op te wagen. Om 14u beginnen we aan onze welverdiende afdaling. Het landschap blijft zich verder voor ons ontrollen. Gewoonweg prachtig.



Al zijn de afdalingen voorzien van de nodige klims en is de tegenwind soms niet mals, we rammelen nog tachtig kilometer uit de benen. In totaal hebben we hondervijftien kilometer afgelegd vandaag, een nieuw record.We belonen ons in Huaraz met een geweldig bed én het pikantste avondeten ooit in "Chilli Heaven". De eigenaar is onder de indruk als Bart -met tranen in de ogen- een Chicken Vindaloo naar binnen werkt, zowat het heetste gerecht op de kaart. Hij is blijknaar een biker die de streek goed kent, en verplicht ons om de Canyon del Pato te fietsen. Die éne trip kunnen we nog wel erbij nemen, maar daarna moeten we dringend naar Ecuador.

zondag 6 mei 2012

Cusco - Ayacucho - Huancayo

Na ons Machu Picchu avontuur fietsen we gezapig terug naar Cusco. Het eerste deel van de reis steken we de fietsjes op het dak van een mini-busje, om ons net zoals echte toeristen bovenop een berg af te laten zetten om dan recht naar beneden te fietsen. Geweldig hoor! Onderweg treffen we een roedel honden die ons van alle kanten aanvallen, maar door Bart op vakkundige verbale wijze op hun plaats gewezen worden.  Zelden zoveel staarten tussen de poten en hangende hondekopjes gezien. Hondenproblemen? Wij niet hoor!
We bezoeken nog een laatste Inca-site, maar daarna is het onverbiddelijk de fiets op. Zalig om weer die vrijheid te ervaren na al dat bussen en treinen.

Lobke, Lynn, Hannes, Bart
We worden in La Estrellita begroet door een hele bende fietsers, twee Amerikanen en de geweldige Tom en James uit Engeland. Tom rijdt zelfs op de Continental Travelcontact banden die wij om zeep fietsten, al hebben de zijne nog amper relief. Wij zijn iets minder sportief en kiezen er voor om met de bus uit Cusco te vertrekken. De deadline om in Ecuador te geraken begint zich stilaan te laten voelen, dus moeten we helaas grote stukken bussen. Lobke is meester in het zoeken van de routes die het meeste hoogteverschil hebben, om die dan genadeloos te bussen. In het busstation lopen we zowaar Lynn en Hannes tegen het lijf. Zoals goeie Belgen betaamt gaan we ´s avonds met z´n allen pintjes drinken.

De bus waar we op aanmonsteren is helaas voorzien van een paar spekgladde banden. We gaan er maar van uit dat alles goed zal verlopen, maar na een uurtje rijden begeeft een van de remmen het en kunnen we twee uur staan schilderen aan de kant van de weg. Onze aansluiting missen we ook. We hebben er aanvankelijk weinig vertrouwen in als we terug op de bus kunnen en de chauffeur met een slakkegangetje de bergen begint af te dalen. Gelukkig hebben wij onze fietsen laten zegenen, dus kan ons niets overkomen. We stappen af in Abancay en kiezen er voor om hier de nacht door te brengen. We nemen onze intrek in een proper klein hostalletje recht voor de bushalte, Hostal Paraiso. Wim De Craene moet hier ooit geweest zijn me dunkt!
We verkennen Abancay, dat volledig in het teken van de 139e verjaardag staat. 's Ochtends vinden we een piepklein eethuisje waar een lieve dame zich in alle bochten wringt om de Gringo's te laten ontbijten, terwijl buiten het politie-defile op gang komt. Bie, de drummer van Belgian Asociality, zou een beetje onpasselijk worden bij het zien van zoveel uniformen.

1 / 37
Via een minibusje belanden we weer ettelijke kilometers verder, al ondervindt Lobke's fiets best wat schade van al dat bustransport. De voorband schuurde danig tegen het dak van de minibus, en een bout van de voordrager breekt af. Werk voor Bart! In Andahuaylas treffen we een geweldig hotel waar we een nachtje boeken, en eindelijk nog een keer een warme douche treffen. Die beginnen hoe langer hoe zeldzamer te worden. Lobke gebruikt haar charme en de prijs van het hotel zakt danig. Fijn hoor!
Ook nu is het weer bussen geblazen, al moeten we twee kilometer uit het dorp fietsen om aan de bushalte te geraken. We rijden recht op de chauffeur en zijn assistenten af, die verbaasd vragen stellen over Belgie en fietsreizen. Per ongeluk omzeilen we zo de weegschaal voor de bagage en worden onze fietsen en bagage zonder wegen of bijbetalen in de bus geladen. Dank u Peru!
Na een lange rit zijn wij zowat de enige die uitstappen in Ayacucho. Een beetje onwennig moeten we onze weg vinden door de donkere straten, maar het zicht op de Plaza Central is adembenemend. Disneyland kan er een puntje aan zuigen. We boeken een tweesterrenhotel, maar krijgen weer een koude douche in plaats van een warme. We hopen op beterschap.

Gelukkig man!
Na een miniscuul ontbijt waar zelfs Roger Vandamme van zou zeggen "dat het precies een beetje weinig was" wandelen we door de stad en ontdekken zowaar een Via Via restaurant. We steken er een extra royaal ontbijt naar binnen. Er staat Duvel op de kaart, maar helaas is die uitverkocht. 's Avonds dineren we er nogmaals bij een geweldig lekkere Rochefort 10! En stoofvlees met friet, jawel, al kunnen wij dat ondertussen een pak beter maken (Mario Moors en co, de volgende keer stoverij is bij ons!). We geven `s anderendaags de hoteluitbater naar zijn Peruaanse platvoeten voor de koude douches en krijgen een fikse korting alvorens we weer op onze fietsjes kruipen.

De eerste dag is onze route fijn geasfalteerd, en werken we een gezapige 50 kilometer af om op te warmen. We belanden in Huanta, eigenlijk een schattig dorpje dat zoals vele Peruaanse schattige dorpjes geplaagd wordt door het aanhoudende lawaai van de moto-taxi`s en continue getoeter van de Peruaanse chauffeurs.
Van hieruit begint onze calvarietocht richting Huancayo. We rekenen op drie dagen fietsen, maar eens we het asfalt verlaten belanden we op versleten zandwegen, gravel, wegen die onder water staan en meer van dat ellendigs. Het uitzicht is magistraal, maar wij zitten meestal met onze snufferd op de weg gericht om niet in de ravijn gekaatst te worden. Barts achterband begeeft het na de zoveelste hobbel. en bobbel. Banden vervangen op een richeltje naast de afgrond gaat blijkbaar eens zo vlot. Och, het is onze tweede platte band sinds februari, dus niet eens zo erg. Met veel moeite wringen we 50 kilometer uit de banden, en dan nog belanden we pas na donker in het volgende dorpje. Het enige hostal is er volledig uitverkocht, maar de eigenaar maakt zijn tuinhuisje leeg en laat ons er onze tent opslaan.

Kayakkers en fietsers
We vertrekken `s anderendaags wat vroeger, slaan het middageten over zodat we toch negen uur op de fiets kunnen zitten...met een schamele 45 kilometer als resultaat. De stijgende slechte wegen doen ons zwaar de das om. Onze straatbanden zijn echt niet breed genoeg voor deze slechte wegen. We voelen ons als Justine Henin tussen de bewoonsters van de Playboy-mansion, je voelt dat de verhoudingen niet juist zitten.
Onderweg ontmoeten we wel Pjotr en Boris, die deel uitmaken van het National Geographic team dat voor de eerste keer de rivier `Mantaro` afvaren in een kayak. `s Anderendaags rijden ze ons weer voorbij, ditmaal met de kayaks op het dak. Er worden straffe verhalen uitgewisseld en foto`s gemaakt. Straks staan we nog stoffig in de National Geographic.

3 grote mensen
Na vijf dagen afzien, bloed, zweet en tranen -en die mag u allemaal letterlijk nemen, lieve kijkbuislezertjes- komen we eindelijk aan asfalt, maar de klim van 300 hoogtemeters over vijf kilometer hebben we niet meer in de benen. We vragen kampeerplaats naast de plaatselijke forel-kwekerij. `s Ochtends vatten we onze moed bij de kraag en kruipen we naar boven, om in het eerste dorpje dat we tegenkomen te ontbijten op de plaza. Meteen komt een Peruaanse familie ons de pieren uit de neus vragen, en willen ze onze helm, gitaar, Nutella enzovoort allemaal een keer proberen. Pas als we rechtstaan merken we het grote lengteverschil tussen ons en de Peruanen.

Na het gezellige ontbijt staat ons 20 kilometer  BERGAF te wachten, waarbij Lobke tegen vijftig per uur naar beneden zoeft. Bart zoeft ietsje trager. We amuseren ons geweldig, en belanden in geen tijd in Huancayo. De Casa de Abuela waar we belanden is een prachtige hostel die heel rustig gelegen is. We neem een verdiende warme douche, en geraken aan de praat met twee Kiwi`s die wel heel toffe ideeën hebben voor de volgende kilometers. Wie weet gooien wij onze plannen ook om...spannend!

dinsdag 1 mei 2012

Cusco - Machu Picchu

"De Zon Zien Ondergaan In Cusco"...alleen al omwille van het liedje zou je deze legendarische stad willen bezoeken. Wij verwachten er echter ook nog een pakketje, ondanks het feit dat de Peruaanse post even betrouwbaar lijkt te zijn als Yves Letermes versie van de Brabanconne. Maar de Heilige Pieter Post is ons gunstig gezind en ons pakje komt veilig aan. Bart is nu net zoals alle wereldfietsers de trotse bezitter van een Brooks-fietszadel. Wat is daar zo speciaal aan? Wel, in het begin is zo´n zadel keihard en zijn je billen zacht, maar, laten we zeggen dat ze na verloop van tijd naar mekaar toegroeien tot je bips perfect in het zadel past.
Na al die dagen fietsen is het hoog tijd de innerlijke mens nog een keer te versterken, dus trakteren we onszelf op een sjiek restaurant, met lekkere cocktails, biertjes en een Argentijnse wijn. Oh ja, en we hebben ook iets gegeten. Gelukkig zijn de taxi´s hier goedkoop. We vragen ons regelmatig af waarom dat taxivervoer in België zo duur moet zijn. In sommige steden zie je hier geen enkele prive-auto rijden, maar gaan de kinderen gewoon met de taxi naar school.

Paddy´s T-shirt
We laten ons braafjes uitmelken door de Peruaanse toeristische dienst, waar we niet alleen een toeristenbiljet moeten kopen, maar ook de toeganskaart voor Machu Picchu en dan nog een extra vergunning om aldaar de Huayna Picchu te mogen beklimmen. Kostprijs van dit alles is belachelijk hoog, maar we kunnen weeral zeggen dat we het gezien hebben! Na ons bezoek aan het Inca-museum en de kathedraal (en nog twee maal extra toegang betalen) beseffen we pas hoe lelijk de Spanjaarden hier indertijd hebben huis gehouden. Kathedralen vol goud en zilver, gebouwd op bloed van de Inca ruines. Het lijkt zo fair dat bij iedere aardbeving de Spaanse bouwwerken een voor een tegen de vlakte gaan en de Inca-tempels gewoon blijven staan. Toch, een geweldige ervaring om hier rond te lopen. We spenderen de laatste avond in Barts stamkroeg "Paddy´s Pub". Waarom? OMDAT DAAR EEN TREINTJE MET BIER RONDRIJDT VERDORIE!!!!!!

We geven in onze hostel de fietsen nog een grondig nazicht, en leren Tanguy en Celine uit Brussel kennen, die ons qua tweetaligheid ver het nakijken geven. Maar weer twee toffe mensen, en fijn om nog een keer Nederlands te kunnen babbelen.
We vertrekken uit Cusco middels tien kilometer stijl naar boven fietsen. Alstublieft! Met de tong op de grond arriveren we aan de eerste Inca-ruïnes van Sacsayhuaman, wat je gerust mag uitspreken als "sexy woman". Na Machu Picchu is dit zowat de grootste Inca-ruine die je kan bezoeken. Daarna fietsen we verder richting Pisac, waar we net te laat zijn om de plaatselijke ruine nog te bezoeken. We parkeren ons dan maar in de zetel van een restaurantje, waar meteen opvalt hoeveel new-agers er wel lopen rond te zweven. Beetje zielig hoor, al die blanken in hun midlife-crisis die Quechua tegen mekaar spreken. Bart vindt het allemaal pseudo-religeuze zever. Zeker als er tussen de literatuur in het restaurant een tarot-kaartenset ligt. We vragen de tarot-kaarten beleefd hoe we onze verbouwing moeten aanpakken, maar trekken achtereenvolgens de kaart van "The Fool", "Despair" en "Nothingness". Misschien dat we toch maar een andere aannemer gaan zoeken.

´s Ochtends nemen we een taxi naar de ingang van de Inca-site, om daarvanuit weer richting Pisac af te dalen. Daarna is het onverbiddelijk terug de fiets op, want er moeten minstens zestig kilometers op de teller vandaag. Best wel een ruige dag. De laatste honderd meter liggen de kasseiën zo ver uit mekaar dat we onverbiddelijk de fiets naar boven dienen te duwen. Maar we overleven het gelukkig. Net zoals de Frankenstein-douchekop die hier gemeengoed is. Stel je een douchekop voor met verwarmingselement in, waarvan de elektriciteitsdraden en de zekering open en bloot in de douche hangen. Voor elke douche maken we een kort schietgebedje.
Voor dag en dauw boeken we een duur treinticket naar Aquas Callientes, het laatste dorpje voor je Machu Picchu bereikt. Erna wandelen we enkele uren door de ruines van Ollantaytambo, laten onze fietsen veilig achter in het hotel en sporen dan naar Aquas Callientes. Het  hele dorpje bestaat uit  restaurants en hostels, en elke straat is op opgebroken voor rioleringswerken. We breken onze enkels net niet op weg naar een goedkope hostel, die als we ons te slapen leggen een invasie van luidruchtige Israëlieten te verwerken krijgt. We wanen ons even Palestijntje in de Gazastrook!

Als we ´s ochtends om vijf uur naar het busstation wandelen krijgen we haast een hartaanval. De menigte die daar staat aan te schuiven is haast voldoende om het Koning Boudewijn stadium tot de nok te vullen. Blijkbaar heeft iederen die reisgids gelezen die vermeldt dat je zo vroeg mogelijk aan de ingang moet staan.
Met het twintigste busje geraken wij gelukkig ook ingescheept richting Machu Picchu. De ingang is verzadigd van volk, maar we wringen er ons vlot door heen. Wij hebben gelukkig een extra ticket voor de klim naar de Huayna Picchu om 7u ´s ochtends. Voor ons vertrekt nog een Frans duo en een Chinees echtpaar dat we snel achter ons laten. Gezien sommige BMI´s aan het vertrek denken we echt dat niet iedereen de top zal halen. Wij wel gelukkig! Daarna wagen wij ons zonder enige medewandelaars aan de afdaling naar de Inca Grot. Geen ziel te bespeuren, enkel wij en de oerwoud-vegetatie en de lieve beestjes (Eindelijk nog eens Jejenes oftewel zandvliegen die biefstuk-gewijs graag een stuk uit je kuiten bijten). We slagen er toch telkens weer in "the only tourist in town" te zijn, zelfs op een mega-druk Machu Picchu. We hebben stralend weer en lopen gelukkig ver van de busjestoeristen. We hebben dan misschien de Inca-trail niet afgewandeld, we hebben al genoeg kilometers gefietst om hier te geraken.

De trein terug naar Ollantaytambo zit redelijk vol en zowat iedereen ligt te maffen. Als we van het station naar onze hostel wandelen worden we voorbijgestoken door een bus toeristen, die driehonderd meter van het station afgezet worden aan hun hotel...met het busje wel te verstaan. Busje komt zo!
De foto´s komen later, de rest van het verhaal ook.Onze computer heeft helaas beslist dat de vele schokken van het transport niks voor hem waren en gaf de sigaret, sigaar en de pijp aan Maarten. Maar een fotootje kunnen we alvast delen.
Schoon ruine he!