zaterdag 28 januari 2012

van Perito Moreno naar Torres del Paine : Ice Ice Baby!

De Perito Moreno...zonder koekske
Via een veel te dure binnenlandse vlucht belanden we in El Calafate, weer een typisch toeristenstadje. Werkelijk alles draait hier om excursies naar de Perito Moreno gletsjer. Je vindt hier ook alle aanverwante business, tot het verkopen van thermisch ondergoed in lama-wol toe.
Wij trekken er via de boot op uit om zo dicht mogelijk bij het ijs te komen. Als een groot deel van de gletsjerwand zich plots los maakt en in het meer stort deint ons bootje heftig op en neer van de ontstane golven. Een schitterend zicht weeral, al missen we de kleinschaligheid van onze vorige trekkings. Hier zitten net iets teveel haringen bij ons in de ton.
Klein ijsschotsje
 De tweede dag besteden we volledig op het water. Ons boottripje gaat onder meer naar de Upsala en Spegazinni gletsjer. Prachtig, mooi, maar zoveel ijs, en wérkelijk nergens chocoladesaus, nootjes of een koekske te bekennen.



Het Torres del Paine park is weer geopend na een enorme brand. Een klein deel is open voor het publiek, en dat willen we absoluut niet missen.  Het park ligt een vijftal busuren van El Calafate, én over de Chileense grens. Eindelijk geraken we een keer in een ander land dan Argentinië. Aan de grens gaan onze koffers allemaal door de scanner, om te vermijden dat Argentijns fruit en groenten met vreemde bacteriën en virussen de grens overgaan. Eerst aanschuiven om een Argentijnse stempel te krijgen, daarna de Chilenen aan de beurt. Zo geraakt dat reispaspoort eindelijk gevuld.
Los Cuernos & blue sky!
In het piepkleine stadje Puerto Natales, dat integraal op het natuurpark Torres del Paine is toegespitst, krijgen we eindelijk te horen hoe erg de schade wel is na de brand. De helft van het park, met name de westkant rond de gletsjer is niet toegankelijk. Het W-circuit is herleid tot een V circuit, en de grote trekking doorheen het park kan je maar tot in Camp Dickson afleggen, waarna je terug moet keren. Voor iedereen wie naar Torres del Paine gaat is de 'vergadering' in Erratic Rock Basecamp, één van de vele hostels annex reisbureaus hier, een absolute must. Elke dag om 15u is er gratis koffie en wordt er uit de doeken gedaan wat er mogelijk is qua trekking, worden er tips gegeven qua uitrusting, voeding, routes die wel of niet de moeite zijn, enzovoort. Gezien de drukte en de weinige campings die nog beschikbaar zijn wordt het ook echt wel plannen.
De eerst mogelijk bus laat ons rond elf uur in het park. We krijgen de voorzorgsmaatregelen in verband met vuur maken nog dubbel en dik ingeprent, daarna mogen we er op uit. De eerste dagtocht gaat naar de Refugio Los Cuernos, één van de weinige campings die nog open is, en dat voel je er helaas aan. In elk hoekje waar maar gecampeerd kan worden staat een tent. We merken wel op dat dit deel van het park in privé bezit is, en dat merk je ook aan de service. Is er nog plaats op de camping? Geen idee, maar het kost je 24000 Peso. Gelukkig vinden we nog een plekje en kunnen we nog een hete douche krijgen. Lange rijen wachtenden aan de twee schamele douches en toiletten, maar dat was wel te verwachten.

Kouwe tenen, kouwe klauwen!
De eerste dag trekken we richting camping Italiano in Valle Frances. Je mag er wel niet meer overnachten maar het is de eerste halte op een lange dagtocht. Helaas beginnen de weergoden roet in het eten te gooien. Als we aan de camping komen barst een hevige regenbui los. We schuilen tot het weer na een uurtje opklaart. Eens we verder trekken lopen we alle doorweekte ongelukkigen tegen het lijf die de bui boven op de berg meemaakten. We krijgen de raad terug te keren, te veel wind, te nat, te gevaarlijk, maar we beslissen toch om nog even verder te trekken onder de voorwaarde dat we rechtsomkeer maken van zodra we het te gevaarlijk vinden. Maar het onweer en de wind blijven allemaal braaf binnen de perken. Wanneer we aan camping Britanica arriverenkomt de zon er zelfs even door. Allright! Het uitzicht is fantastisch! Je ziet dat doorbijten en een kleine dosis geluk af en toe niet ontbreken.We genieten van de overwinning en een kleine lunch met zicht op de Cuernos bergen alvorens we aan de lange terugtocht beginnen. Die dag moeten wij zowat de enigen geweest zijn die een mooi uitzicht hebben gehad.

Op het “strand” aan het gletsjermeer begint te wind pas echt Patagonisch te worden en waaien we bijna van onze sokken. We genieten van het lichtspel dat de zon op het water projecteert en de wind die af en toe een plets water meters ver waait. Eens op de camping is het wel even schrikken. Onze tent heeft blijkbaar een wandelingetje gemaakt. Enkele stokken zijn verbogen en bijna alle piketten werden uitgerukt. We maken ze met enkele rotsblokken steviger vast en hopen dat ze dit keer wél blijft staan. Geen probleem, gelukkig!
De derde dag trekken we nog hoger, via Camping Chileno (wééral zo'n privégedoe) naar Camping Torres, dat middenin een bos ligt maar dit keer wél uitgebaat wordt door het park zelf. Het kamperen is er veel primitiever maar de plekjes zijn veel beter ingedeeld, en de parkwachter weet ons te vermelden dat we de zonsopgang op de Torres del Paine zelf kunnen zien om zes uur 's ochtends, na een uurtje klimmen. Lobke moet al haar charme in de strijd gooien om Bart om vijf uur uit zijn slaapzak te krijgen, maar het loont de moeite. Na een bitterkoude klim van een uur krijgen we de mooiste zonsopgang in het park te zien. De rotsen kleuren goud in de ochtendzon met een warme vuurgloed. We maken enkele foto's van onder onze meegenomen slaapzak, terwijl onze vingers er bijna af vriezen. Snel terug naar beneden om warme koffie te zetten, de tent op te kramen, en de tocht naar ‘huis’ aan te vangen.
Vermoeide kampeerder
De busjes naar Puerto Natales zitten vol stoffige vermoeide kampeerders. In de hostel is er de welkome hete douche. We gunnen ons een halve dag in de sofa van het meest geweldige eethuisje in Puerto Natales, “El Living”. Stapels tijdschriften waaronder twee recente Humo's, lekkere hapjes en Chileense wijn maken dat we niet uit de sofa's geraken tot het tijd is om te gaan slapen.
Lobke laat Bart dit keer zelfs tot zes uur liggen, daarna is het weer de bus op voor een dagje bussen naar El Chalten, weer in Argentinie. Kan iedereen nog volgen?

woensdag 18 januari 2012

Edelweis & het Wapperende Wiebelende Woud!

Als je een kruising tussen de Antwerpse Meir en een Zwitserse koekoeksklok zou maken krijg je Bariloche. In de winter sneeuwt het hier en gaat de plaatselijke pigmee lekker skiën, in de zomer wordt er geraft en rondom het meer gehangen. We moeten even slikken, want in Mendoza waren we kind aan huis in onze hostel, terwijl we in onze nieuwe verblijfplaats "Los Troncos" de inheemse koe die de balie bemant haast van achter haar facebook moeten slaan alvorens ze ons wat aandacht schenkt. Hier ben je een toerist, punt uit! Och, we genieten van het uitzicht en boeken meteen onze rafting.
We raften 's anderendaags van Argentinië naar Chili. De rivier ligt er op z'n minst kalmpjes bij, dus duiken we onderweg af en toe met de voltallige crew overboord om te 'verfrissen'. Onze gids besluit uiteindelijk ook maar om de boot te laten voor wat hij is, en we eindigen met z'n allen in het water. Lollig hoor! 's Avonds speelt een schattige Beatles-coverband een korte set op het marktplein. Het fonetisch gezongen Engels valt gelukkig nog mee.

Als we zaterdagochtend twee Belgen (mensjes, niet de popgroep) aanspreken leren we dat het Torres del Paine park ondertussen terug open is voor het publiek. We gooien al onze plannen overboord -zijn we sterk in ondertussen- en boeken een vlucht naar El Calafate voor de komende week.We hebben vier dagen over dus boeken we nog een trekking naar de gletsjers van Pampa Linda. Typisch Lobke en Bart om in vier vrije dagen nog een trektocht van drie dagen te plannen die toch niet te onderschatten valt. We spenderen onze laatste uren in de stad aan het zoeken van een rugzak en eten voor onderweg.
We hebben al eerder meegemaakt dat reisorganisaties 'vergeten' bepaalde details te vermelden. Zo was er in Cuba ooit een treinritje waarbij een brug op het traject ingestort was, zodat we slechts de helft van de route afreden om daarna doodleuk achterwaarts terug te tsjoeken. We kunnen nog dergelijke verhalen vertellen, dit keer was er gelukkig de vriendelijk man van de fietswinkel die ons op tijd vermelde dat er in Pampa Linda een plaag heerst van dikke zwarte steekvliegen (dazen). Vergeet de deet-spray, de beestjes kunnen er ondertussen tegen. Oh ja, en het zijn allemaal carnivoren! Gezellig, toch?

Daarboven kamperen we!
Als we ons hoofd nog maar uit het registratiekantoortje aan de voet van de berg steken begint het spelletje al. Een stuk of tien dikke zwarte zoemers vallen aan. Het lijken wel mini-Hells Angels die gyroscopisch rond je hoofd zoemen en af en toe kamikaze-gewijs zich in je oren of neus trachten te boren. We grabbelen een twijgje en beginnen wapperend aan onze tocht. Ondanks het fantastische uitzicht worden het vijf zware klimuren. Zonder flauw te doen, de continue aanvoer van dazen maakt dat je geen seconde kan blijven staan dus spurten we naar boven. Enkel als we aan de gletsjers arriveren stopt het irritante gezoem eindelijk en kunnen we van het prachtigste uitzicht ooit genieten.

Om het ietsje rustiger aan te doen combineren we 's anderendaags twee trekkings tot één lange trek van ongeveer elf uur. We dalen vier uurtjes de berg weer af om dan naar een andere gletsjer te trekken. Het wordt een fantastische tocht die werkelijk alle ondergronden aandoet. We dalen rotsen af, klimmen via enorme boomstronken langs de bergwanden omhoog, slingeren ons over omgevallen woudreuzen over een piepklein rotspadje, om tenslotte een kleine rivier over te steken waar we eigenlijk niet op gerekend hadden. De stroming staat er enorm sterk, dus zijn we blij dat we de overkant halen, al volgt er daarna nog een stukje moeras waar we wéér natte voeten halen.

Glaciar Las Frias
Na een uur of tien is de energie wel helemaal zoek. Het laatste uurtje kost enorm veel moeite, maar we worden weer beloond met zicht op de prachtige Frias-gletsjer. Aan de voet van dit natuurwonder slaan we ons tentje op. De badkamer is volledig opgetrokken in natuursteen en het stromend water wordt vers aangeleverd via de watervallen. Ijskoud, maar oh zo verfrissend.
Bart, stabieler dan ooit!
De derde dag kramen we ons tentje op en hebben we een korte trek van ongeveer vier uur voor de boeg. We komen sneller dan verwacht aan de boom-brug over de rivier, wat niet veel meer is dan een omgevallen boom waar een lange wiebelende brug van gemaakt werd. Toch best wel wiebelend genoeg!
Na een lange wandeling rusten we in het zonnetje tot onze boot richting Bariloche aankomt. Kuiten, benen, schouders, alles wat beweegt begint stilaan tegen te sputteren. We pikken de fietsjes op en trekken naar ons nieuwe hostel Patanuk. We slapen er een nachtje met zicht op het prachtige meer. Ook onze laatste doos buitenbanden is aangekomen, al heft de vriendelijke douanier er een fikse 50% taksen op! Slik! Doorspoelen met een fris flesje Argentijnse schuimwijn me dunkt! Vannacht vertrekken we naar El Calafate!

maandag 9 januari 2012

Aconcagua : één van de zeven !

We wringen onze arm om (lees: Lobke wringt Barts arm om) en nemen de vroege bus naar het bezoekerscentrum van de Aconcagua, één van de zeven hoogste bergen ter wereld (6959 meter). Om de top te bereiken moet je drie weken uittrekken, wij maken er een driedaagse tocht van om toch een flink stukje af te stappen.
Het weer zit mee en we beginnen onze tocht onder een stralend zonnetje. In de buurt van het bezoekerscentrum ligt nog een vieuwpoint waar wij eindelijk ontbijten tot er een buslading Amerikaanse pubers landt. Nu heb je gradaties van dikke mensen; maar wanneer je aan een vijftien-jarige moet vragen "please step aside, I can't see the mountain anymore" dan weet je dat McDonalds er voor iets tussen zit.

Lobster & Wallyfish basecamp!
Al is de afstand en het aantal hoogtemeters niet min, we arriveren in de namiddag al in Confluencia. Het kamp bestaat uit permanente tentjes van de tour-operators en de organisaties die je trip naar de top plannen, een kampeerplaats voor het plebs (wij dus), één piepklein winkeltje waar we ons tegoed doen aan enkele dure flesjes Quilmes-bier, een waterslang die continu drinkbaar bergwater spuit én één publiek toilet waar we je de details over besparen. We vermaken ons mateloos met het aanschouwen van vijf Koreanen die de chaostheorie toepassen bij het opzetten van hun tent, terwijl het oudste familielid vanop een afstand foto's staat te maken.

De hoofdmoot van onze trekking bestaat er uit om tot op driekwart van de Aconcagua te stappen en terug naar ons tentje te geraken. We beginnen er vroeg genoeg aan, en de hele trip verloopt vlotjes. We leren onderweg nog een Uruguyaanse arts kennen en ook de hele Koreaanse equippe zien we vertrekken, al laten we die kortbeentjes nogal snel achter ons. Na meer dan vijf uur stijgen bereiken we eindelijk de voet van de gletsjer. Het zicht op de bergketen is adembenemend. We blijven een halfuurtje zitten op ons eigen verzonnen viewpoint. Nog dichter gaan zou het perspectief verknoeien, en aangezien we allebei ondertussen een zeurderige hoofdpijn hebben van de vele hoogtemeters, én ons flesje wodka in de tent hebben laten liggen keren we rond half drie terug. We zullen nog ruim drie uur moeten dalen, dus reden genoeg om niet te lang te talmen.

Het parcours terugvinden is ook van een aparte klasse, werkelijk nergens vind je aanduidingen. We volgen de sporen van de ezels en andere voetsporen en komen uiteindelijk na een vermoeiende terugtocht weer op ons basiskamp uit. Om alles van het nodige perspectief te voorzien wandelen we de laatste meters met een Argentijnse vader en zoon die net terugkeren van de bergtop, en hun volledige bagage (30 kilo!) op de rug dragen. Hun systeem bestaat er in om afwisselend hun mondvoorraad dan wel hun uitrusting naar boven te brengen. Op die manier hebben de heren zomaar eventjes de hele berg twéé keer afgewandeld, om dan 100 meter van de top te stranden dankzij de vele sneeuw. Onze pijnlijke voeten lijken even een klein kwaaltje, maar toch zijn we doodop van de lange klim. We koken onze favoriete pasta aan de tent terwijl het weer snel afkoelt. Rond acht uur kruipen we al in de slaapzak om warm te blijven.

Terug in Mendoza pikken we eindelijk ons pakketje op. De lieve dame van de post kent ons al bij naam en voornaam, al blijft het lachen als we de inboorlingen 'Vanwynsberghe' of 'Walravens' laten bekken. In sneltreinvaart boeken we nog een lange busrit naar Bariloche, sturen de fietsen alvast in hun eentje naar daar (ze zijn oud genoeg en het uitzicht onderweg is niet echt de moeite) en slagen er de laatste dag eindelijk in van een geweldige wijnproeverij te houden. We houden ons kranig na die vijf volle glazen wit en rood met zalige bijhorende tapas, en ook de laatste namiddag in Mendoza zit er weeral op.
Volgende halte: San Carlos de Bariloche!

donderdag 5 januari 2012

Borgerhout - Dakar

"Wauw, dat hadden ze echt niet moeten doen!" is zowat het eerste dat we denken als we in San Rafael aankomen. De hele stad staat op de uitkijk, er wordt luid getoeterd en de sfeer zit er dik in. Wel raar dat de massa van onze bus weg lijkt te kijken naar het andere eind van de straat.
Al gauw rijden de trucks, quads, moto's en ander edel vervoer ons tegemoet.
De peso valt wat traag bij de tangoreizigers, WE ZITTEN TE MIDDEN VAN DE DAKAR RALLY!

We zoeken snel een hostel, wat met die drukte wel eens geen lachertje kan  worden. Gelukkig vinden we nog een bed, al is dat dan in een dorm.
Dakar brengt heel wat volk op de been, alsook een karavaan aan fans die de rally volgen van stopplaats naar stopplaats per auto, moto, quad enzovoort. We delen uiteindelijk de kamer met acht motards en quad-rijders en raken aan de praat met een Zuid Afrikaan die de rally al twee dagen per moto volgt. Hij en zijn vrienden verspreiden onmiskenbaar een benzine-geurtje dat de hele slaapkamer vult. We houden de brave man dan maar uit de buurt van open vlammen.

We installeren ons in de late namiddag aan het punt waar de karavaan San Rafael binnenrijdt. Vooral de moto's worden door de Argentijnen luid aangemoedigd. De dood van hun landgenoot Jorge Boero bij de aanvang van de rally zal er wel voor iets tussen zitten. We hebben de Boca Juniors dan misschien niet zien spelen, de sfeer hier is minstens even aanstekelijk.
Ook de wetenschap dat je dit echt maar één keer in je leven gaat meemaken werkt toch lichtelijk op de emotie-spier. Lobke toomt Bart na het derde pintje in om niet al te veel Dakar-souvenirs te kopen, ze moeten ooit allemaal mee op de fiets he!

We gaan op zoek naar onze volgende rafting plek. Helaas blijkt het waterpeil van de Rio Diamante te laag om niveau III, IV of V rafting te doen. We kunnen gelukkig in een tweepersoons boot de Rio Atuel afvaren, en al is die slechts niveau II, we hebben er weer dikke lol in. Her en der duiken we even overboord om te verfrissen, tot onze gids in de safety-kayak voorstelt om tegen een bergwand te stoppen, over de heuvel te klauteren en langs de andere kant terug in het water te springen. Toch even slikken als je van zo hoog in de stroming duikt, maar oh zo leuk eens je terug in je boot bent geraakt!

Toch keren we snel terug naar Mendoza om er de brave mensen van de post professioneel te stalken. Na veel puzzelen en heen-en-weer geloop komen we er achter dat ons pakket al bij de douane is geraakt. We zullen deze harde, snelle werkers maar enkele dagen de tijd gunnen om het obligate stempeltje te plaatsen, die mensen zijn zo snel overwerkt! Rest ons nog maar één halte in Mendoza en dat is de Aconcagua beklimmen. We boeken onze vergunning, al moet Lobke snel over en weer naar de hostel om haar paspoort op te pikken. Het copietje dat ze altijd bij heeft volstaat niet . Als we laten vallen dat je tegenwoordig met een scan van je paspoort op je Ipad de USA al binnen mag maar niet de Aconcagua mag beklimmen stoten we toch op een soort West-Argentijnse doofheid. Hopelijk is deze niet besmettelijk.
Na dagenlang in 40° te vertoeven zal het een deugd zijn nog een keer de ijskoude berglucht te voelen waaien. Naar het schijnt kennen ze in België ook iets van koude wind, wij voelen hem voorlopig toch nog niet!