De Perito Moreno...zonder koekske |
Wij trekken er via de boot op uit om zo dicht mogelijk bij het ijs te komen. Als een groot deel van de gletsjerwand zich plots los maakt en in het meer stort deint ons bootje heftig op en neer van de ontstane golven. Een schitterend zicht weeral, al missen we de kleinschaligheid van onze vorige trekkings. Hier zitten net iets teveel haringen bij ons in de ton.
Klein ijsschotsje |
Het Torres del Paine park is weer geopend na een enorme brand. Een klein deel is open voor het publiek, en dat willen we absoluut niet missen. Het park ligt een vijftal busuren van El Calafate, én over de Chileense grens. Eindelijk geraken we een keer in een ander land dan Argentinië. Aan de grens gaan onze koffers allemaal door de scanner, om te vermijden dat Argentijns fruit en groenten met vreemde bacteriën en virussen de grens overgaan. Eerst aanschuiven om een Argentijnse stempel te krijgen, daarna de Chilenen aan de beurt. Zo geraakt dat reispaspoort eindelijk gevuld.
Los Cuernos & blue sky! |
De eerst mogelijk bus laat ons rond elf uur in het park. We krijgen de voorzorgsmaatregelen in verband met vuur maken nog dubbel en dik ingeprent, daarna mogen we er op uit. De eerste dagtocht gaat naar de Refugio Los Cuernos, één van de weinige campings die nog open is, en dat voel je er helaas aan. In elk hoekje waar maar gecampeerd kan worden staat een tent. We merken wel op dat dit deel van het park in privé bezit is, en dat merk je ook aan de service. Is er nog plaats op de camping? Geen idee, maar het kost je 24000 Peso. Gelukkig vinden we nog een plekje en kunnen we nog een hete douche krijgen. Lange rijen wachtenden aan de twee schamele douches en toiletten, maar dat was wel te verwachten.
Kouwe tenen, kouwe klauwen! |
Op het “strand” aan het gletsjermeer begint te wind pas echt Patagonisch te worden en waaien we bijna van onze sokken. We genieten van het lichtspel dat de zon op het water projecteert en de wind die af en toe een plets water meters ver waait. Eens op de camping is het wel even schrikken. Onze tent heeft blijkbaar een wandelingetje gemaakt. Enkele stokken zijn verbogen en bijna alle piketten werden uitgerukt. We maken ze met enkele rotsblokken steviger vast en hopen dat ze dit keer wél blijft staan. Geen probleem, gelukkig!
De derde dag trekken we nog hoger, via Camping Chileno (wééral zo'n privégedoe) naar Camping Torres, dat middenin een bos ligt maar dit keer wél uitgebaat wordt door het park zelf. Het kamperen is er veel primitiever maar de plekjes zijn veel beter ingedeeld, en de parkwachter weet ons te vermelden dat we de zonsopgang op de Torres del Paine zelf kunnen zien om zes uur 's ochtends, na een uurtje klimmen. Lobke moet al haar charme in de strijd gooien om Bart om vijf uur uit zijn slaapzak te krijgen, maar het loont de moeite. Na een bitterkoude klim van een uur krijgen we de mooiste zonsopgang in het park te zien. De rotsen kleuren goud in de ochtendzon met een warme vuurgloed. We maken enkele foto's van onder onze meegenomen slaapzak, terwijl onze vingers er bijna af vriezen. Snel terug naar beneden om warme koffie te zetten, de tent op te kramen, en de tocht naar ‘huis’ aan te vangen.
Vermoeide kampeerder |
Lobke laat Bart dit keer zelfs tot zes uur liggen, daarna is het weer de bus op voor een dagje bussen naar El Chalten, weer in Argentinie. Kan iedereen nog volgen?