We kunnen eindelijk een verkwikkende nachtje maffen in onze hostel, die -ondanks zijn groezeligheid- een fantastisch bed voor ons had voorzien. De uitbater heeft meer weg van een homofiele Manuel dan van Basil Fawlty (“There is too much butter on – those –trays!”). We beschikken ook over een buitenkeuken, voorzien van barbecue en gasvuur, waar we ’s ochtends het karige Argentijnse ontbijt naar binnen spelen.
Daarna wandelen we door het modderige dorpje op zoek naar excursies om beestjes te zien. Voor de meeste heb je helaas een gids nodig. Ondanks de ondergelopen wandelpaden werken we toch twee wandelingen af, waar we enkele herten, capibaras en allerlei exotisch pluimvee zien rondlopen. De brulaapjes blijven helaas stil.
Zo ziet Bart er uit voor hij 's ochtends zijn koffie krijgt |
Onze keuze valt op de boottochtjes. We hadden het niet beter kunnen treffen, onze gids weet enorm veel te vertellen over de plaatselijke vegetatie (waterplanten die ophopen en ronddrijvende eilanden vormen op den duur) maar ook weet hij de kaaimannen en vogels als geen ander te spotten. We eindigen de boottocht met een wilde slalom onder de brug door.
’s Avonds barbequen we met een Argentijn die ook in de hostel verblijft, waarna we afscheid nemen van Carlos Pellegrini. Koppig als we zijn vertikken we het om terug te keren naar Mercedes, ondanks het feit dat dat de enige plausibele uitweg is. De Ruta 40 ten noorden van dit dorpje is namelijk een zandweg die zelfs met een 4x4 amper te doorkruisen is. Er valt transport te regelen, maar dat is enorm duur. We installeren ons aan het einde van het dorpje en gaan zitten wachten op een lift.
Dat de route niet veelbereisd was wisten we. De weinige pickups die langskomen blijken allemaal plaatselijke boeren te zijn die ons op den duur vriendelijke toezwaaien omdat we er NOG ALTIJD zitten na vijf uur. Maar, zoals Lobke voorspelde, tegen het einde van de siësta komt er een jeep langs die ons na een beetje bemiddelen en omkopen wel wil meenemen, niet eens naar Posadas, wat wij als volgende stop hadden vooropgesteld, maar helemaal naar San Ignacio, zowat 100 km verder!
De vriendelijke chauffeur deponeert ons met al ons materiaal aan de deur van een fijne hostel “El Descanso”, waar we weer slapen als marmotten. De Zwitserse oma die het hostal uitbaat verrast ons ’s ochtends zelfs met versgebakken brood. Lobke natuurlijk in haar nopjes!
De vriendelijke chauffeur deponeert ons met al ons materiaal aan de deur van een fijne hostel “El Descanso”, waar we weer slapen als marmotten. De Zwitserse oma die het hostal uitbaat verrast ons ’s ochtends zelfs met versgebakken brood. Lobke natuurlijk in haar nopjes!
In San Ignacio bezoeken we de fantastische ruïnes van de jezuïtenkolonie, waar de film “The Mission” op gebaseerd is. Gelukkig zijn we er voor de bussen toeristen arriveren. In de namiddag stijgt het kwik weer naar ongekende hoogtes, dus installeren we ons in die andere bezienswaardigheid van dit dorpje, het zwembad! Maar dan heb je het ook wel gezien.
De "badkamer" ! |
Hoe ziet zo’n fietsdag er eigenlijk uit? ’s Ochtends proppen we onze bagage in onze zes fietstassen, waarbij alles zowat min of meer op dezelfde plek terecht komt. De eerste halte is steevast de plaatselijke supermarkt om vijf liter water, een lading energie-repen en poeierkens in te slaan. De Argentijen zijn dol op “water-met-een-smaakje” dus kan je allerlei smaakpoeders kopen om je water wat te ‘pimpen’. Aangezien we dankzij de hitte elk soms zes liter water per dag naar binnen werken is af en toe een smaakje wel welkom. In onze top drie staan frambozensmaak, roze pompelmoes en mango. Ook leuk om ’s avonds aan de tent cocktails mee te maken trouwens.
Nadien is het fietsen natuurlijk, al stoppen we vaak als de weg enkele kilometers stevig aan het stijgen is geweest. Na een paar kuitenbijters met dertig kilo bagage op je fiets kan je soms best even uitpuffen, want de volgende bergpassen staan weeral klaar. We proberen de middaguren zoveel mogelijk te vermijden omdat de hitte dan echt ondraaglijk is. Als je dan cols moet nemen eindig je met je tong tussen je spaken en totaal oververhit aan de kant van de weg (weer een specialiteit van Bart trouwens!). Eens aangekomen is het camping zoeken, tentje opzetten, douchen, potje koken (Lobke slaagt er in de meest fantastische gerechten met één vuurtje en twee potjes op tafel te zetten), en steendood op je matrasje in slaap vallen!
Is het een mini-Dalek? Nee, een piepschuim vorm om je literfles bier koud te houden! |
Dinsdagmiddag 29 november arriveren we in Eldorado op een camping die voornamelijk bestaat uit een zwembad en een poolhal. Wat heeft een mens méér nodig om uit te rusten? Een litertje Quilmes natuurlijk. Als de uitbater de waterglijbaan opent komt het kind in Bart naar boven (het zat niet eens zo diep verborgen blijkbaar) en is een namiddagje waterpret gegarandeerd. Dat heet dan cultuur opsnuiven he jongens!
Bij het avondlijke fietsnazicht komen er een paar minder leuke nieuwtjes aan de oppervlakte. Bart’s tandwiel verliest de ene tand na de andere en moet zo snel mogelijk vervangen worden. De gebroken bagagedrager begint tegen het achterwiel te slepen, en de achterderailleur schakelt niet meer in z’n achtste versnelling. Lobke krijgt haar eerste versnelling amper aangetikt wat bergen beklimmen een heel pak zwaarder maakt. Maar het is maar 100 km meer naar Iguazu! Tanden op mekaar! We gaan het halen, wedden?
Of het de rust aan het zwembad was of het vroege vertrekuur of een plattere route dan de vorige dagen weten we niet, maar woensdagochtend vliegen de kilometers er door. Tegen de middag hebben we de helft van de laatste honderd kilometer naar Puerto Iguazu afgewerkt. Bart heeft ’s ochtends nog een “Eureka” moment en fixt zijn bagagedrager met één vijsje (en moet daar de rest van de dag over lopen opscheppen!) In de verte zien we wel enkele donkere wolken naderen. Net als we het verloren gat Puerto Esperanza binnenrijden krijgen we een typisch Argentijns buitje. Je krijgt evenveel regen als er in België valt op een maand in vijf minuten. Och, we kunnen een douche wel gebruiken. Eens we in het dorpje arriveren is de regen al voorbij en vinden we een piepklein hotelletje met een knettergekke, stokoude uitbater. Lachen geblazen, en de warme douche is welkom. Als de regen wegblijft zijn we morgen eindelijk in Iguazu!