vrijdag 22 juni 2012

Galapagos - Quito - Ipiales - COLOMBIA - Popayan - San Agustin - Tierradentro - Salento

Oscar hielp ons door de grenspost heen....
Na ons geweldig verblijf op Galapagos vliegen we terug naar de harde realiteit. Quito lijkt ons eens te meer een veel te grote stad. De parkjes zijn hier nochtans geweldig, en eens je de kathedraal beklommen hebt ben je voor eeuwig van je hoogtevrees verlost. We nemen afscheid van de norse hostaleigenaar van La Casona de Mario. De laatste avond verdwijnt Lobkes trui er nog op mysterieuze wijze, natuurlijk weet niemand van iets. Leuke hostal voor de rest. 


...maar zag Colombia helaas met 1-0 ten
onder gaan in Ecuador!
We bussen naar Tulcan, ons laatste puntje Ecuador voor de grens. Na een kleine lunch fietsen we tot aan de grenspost waar ons een meute Colombianen staat op te wachten. Blijkbaar is er een dag later de interland Colombia-Ecuador, en hebben de heren douaniers besloten een lange lunch te nemen. We leren een familie Colombianen kennen die al drie uur staan aan te schuiven om hun stempeltje te krijgen bij het migratiekantoor. Lobje mag bij hen aansluiten, maar het duurt nog een drietal uurtjes eer de paspoorten gestempeld zijn. Aan Colombiaanse zijde gaat het net ietsje vlotter en zijn we op een uurtje door de douane.

Het is net donker als we in Ipiales arriveren. Een nieuw mooi hotel op de Plaza bezorgt ons een eerste rustige nacht in Colombia. Al zijn de weergoden ons ´s ochtends iets minder goed gezind, we hebben toch een fijn gevoel bij onze aankomst in ons ´laatste land´. We hebben een vaag schema voor de laatste weken opgesteld, en al houdt dat in dat er niet veel meer gefietst kan worden, we hebben nog héél veel plannen.
Een klein busje waar we net met al ons materiaal in passen brengt ons verder naar Popayan. Geloof het of niet, maar we belanden wéér middenin een verlengd weekend, en moeten ons behelpen met de twee enige restaurantjes die open zijn. Niet dat we één hap met tegenzin naar binnen hoefden te werken, want het plaatselijke Italiaans restaurant -uitgebaat door een Zwitser- heeft lekkere dingen op het menu. ´s Anderendaags krijgen we in de parilla zelfs een slabber omgeriemd. Dàt is lang geleden zeg!

We eindigen ditmaal in Hosteltrail, een geweldig fijne plek die uitgebaat wordt door een piepjong Schots echtpaar. Als je wil mag je er zelfs met de hond gaan wandelen. We laten er de fietsen veilig achter en bussen op allerlei onmogelijke manieren richting San Agustin. We krijgen amper onze knieën achter de stoelen van het minibusje geplooid. Halverwege een natte weg worden we uit de bus gezet en in een taxi geduwd om de laatste kilometers af te werken. Helaas kan onze mini-taxi de heuvel niet op, dus eindigen we alsnog met onze bagage in de regen.

We betrekken een klein maar fijn chaletje met uitzicht op de prachtige vallei.De regen speelt ons enkele dagen parten, maar toch bezoeken we het park met de beelden uit het eerste millenium. Geweldig hoe die grote gusten in zo´n goede staat verkeren.




Als we verder trekken richting Tierradentro verliezen we een uurtje als  een grote truck met oplegger komt vast te zitten. We krijgen zo een iets langere lunchpauze in La Plata. Maar als we onze laatste etappe aanvangen gaat het weer mis. Voor ons stort een hele bergwand in. Grote rotsblokken blijven minutenlang naar beneden denderen. De hele weg is versperd, tot er een bulldozertje van om de hoek komt en de blokken doodleuk in de rivier begint te duwen. Blijkbaar hadden de wegenwerkers springladingen in de rotsen aangebracht, maar waren ze vergeten het verkeer tegen te houden. Toppie! We houden achterin de jeep onze adem zowat de hele reis in, het stof vliegt ons om de oren. We zijn blij als we uiteindelijk in ons poepsjiek hotel met reuzezwembad belanden. ´s Anderendaags spenderen we best wat tijd onder de grond als we de tombes bezoeken. Het is vaak niet evident om af te dalen in de diepe putten, gelukkig hebben we ons zaklampje bij. ´s Avonds keren we alweer terug naar Popayan, pikken de fietsjes op en bussen verder tot Armenia. Van daar uit kunnen we eindelijk de koffiestreek infietsen. Het moet gezegd, na alle oploskoffie en instant-bocht zijn we echt blij dat de meeste hotels hier permanent een bak verse koffie voor je hebben klaarstaan. 
We testen de beentjes door eerst de botanische tuin en daarna de Vlindertuin te bezoeken, al liggen die niet meteen op onze weg. Al is het maar 17 kilometer extra, we voelen dat de beentjes niet meer zo fris zijn. De klims zijn wederom niet van de poes, de regen speelt een beetje mee, dus houden we het bij een dikke veertig kilometer.



Eens we Salento binnenfietsen zijn we alweer gewaar dat we weinig fietsten de laatste tijd. De beklimmingen doen gewoonweg pijn! Gelukkig is er in Salento iets als The Plantation House, waar we opgewacht worden door de Engelse eigenaar Timothy, samen met zijn vier honden, drie doodbrave Border Collies en één wit pluche monster dat naar de naam Ipod luistert. We krijgen een rondleiding langs de plantage, en leren het koffieproces van naaldje tot het draadje kennen. Een werknemer pelt, maalt, brandt en zet ons een geweldige pot koffie. Daarna wandelen we rond in de plantage, waar Don Eduardo ook nog een hoop bananen, rode vruchten en ananassen heeft staan. Waarom ook niet? We blijken ook hier weer - jawel- in een verlengd weekend beland te zijn. Het hele marktplein staat vol eettentjes waar we ons de forel weer laten smaken.




We trotseren de heuvels andermaal, en fietsen via Santa Rosa de Cabal tot in Manizales, waar we steendood ons in de busterminal neerploffen. Gelukkig is er een deli die je yoghurt met vers fruit serveert, én aan de andere kant is er een Dunkin´Donuts om de calorieën op peil te brengen. Na enkele uren wachten kunnen we op een nachtbus naar Bogota, waar we om drie uur ´s ochtends toekomen. We wachten wijselijk bij een lekker koffietje tot de eerste zonnestralen doorbreken alvorens we de stad infietsen op zoek naar onze Hostal.
We hebben er dus onze laatste kilometers op zitten. De fietsen hebben het geweldig gedaan, ondanks alle mistoestanden waar we ze op trakteerden. De meest stoffige wegen, ongeschikte banden, te lage druk, tien uur in de bakkende zon naar boven klimmen...het kon allemaal niet op. We vervingen de ketting, een tiental lekke binnenbanden, twee kapotte buitenbanden, twee spaken en één crankset, enkele remblokken, beetje olie af en toe, meer hebben we er niet aan gedaan. Maar het was fantastisch. Soms pijnlijk, soms loodzwaar, soms keihard, maar evenvaak zoefden we met de zon op ons gezicht moeiteloos bergen af, of vertrokken we ´s ochtends bij de eerste zonnestralen door een ijskoud berglandschap met een adembenemend uitzicht. Het was het allemaal waard!
We genieten nu eerst enkele dagen van Bogota. Daarna zien we wel weer, nog zoveel te doen, en zoveel tijd!