woensdag 4 juli 2012

Bogota - San Gil - Taganga

We arriveren via de nachtbus rond half vier ´s ochtends in Bogota. Het is er nog stikdonker, en we zitten best wat kilometers van onze hostal af. We doden de tijd met koffiedrinken, en wachten tot het licht wordt. De koffie die je hier zelfs in de stationsbar drinkt, is honderd maal beter dan de instant-rommel die we in Peru vaak voorgeschoteld kregen. Viva Colombia!
Ook nu weer zijn onze opgetuigde fietsen het mikpunt van aandacht. Tegen dat het licht wordt staan de security beambtes bijna te vechten om ons de juiste richting te wijzen. Desalnietemin blijft het een heel werkje om doorheen de ochtendlijke stad te zoeven. Gelukkig is Bogota voorzien van brede trottoirs en een heel netwerk van fietspaden, zodat we zonder problemen bij het Parque de los Periodistas aankomen.

De lieve doch knettergekke dame van Cranky Crok hostel installeert ons in de sofa tot onze kamer vrij is. Daarna maffen we eerst een gat in de dag. Vermoeiend zeg, zo met de bus reizen!
Dankzij een korte wandeling vinden we eigenlijk meteen enkele knappe hotspots van de stad. Het Botero museum houden we voor morgen, het goud museum hopen we ook aan te doen. Zondag zou de halve stad verkeersvrij zijn dus gaan we de fietsjes nog een keer uit halen. Drukke dagen voor de boeg.
Als we een broodjeszaak/liquerstore naast het Museum de oro binnenstappen, valt onze mond open bij het zien van de Belgische biertjes die hier verkocht worden. Voor het eerst in acht maanden kan Bart nog eens een frisse Duvel achteroverslaan, ín het correcte glas dan nog! We zullen de komende dagen de Duveltjes nog vaak tegen het lijf lopen, want elke deftige kroeg in Bogota heeft ze ondertussen op de kaart staan.

´s Anderendaags zijn we gelukkig een pak frisser om het Botero museum te verkennen. Botero´s dikkerds zijn ongezien, werkelijk beminnelijk. De schilderijen toveren een glimlach op je gezicht, wat je niet vaak kan zeggen van  serieuze kunst. We nemen er ééntje mee voor in de living.
Zondag is het fietstijd. De hele stad staat op de pedalen. Enkele grote avenue´s worden elke week afgesloten, wat meer dan honderd kilometer fietspad oplevert. We genieten van het weer, doen een bakkerijtje aan, belanden in het westen en daarna in het noorden van de stad. Waarom doen we dit in België maar twee keer per jaar?
De openingsuren van het Museum d Óro zijn ook niet meer wat ze geweest zijn dus staan we maandag voor een gesloten deur. Gelukkig is er nog het Museo Exposición El Hombre. We besluiten -gelukkig- een taxi te nemen, want de buurt rond de tentoonstelling is allesbehalve aangenaam. Niet dat wij ons niet op ons gemak voelen, maar de sfeer is er op z´n minst grimmig te noemen. Na ons bezoek zal de conciërge zelfs met ons meelopen tot we veilig en wel terug in een taxi zitten. De tentoonstelling zelf is een rare mix van Von Hagen-achtige plastinaten, misvormde embryootjes en vrolijke skeletjes. Gelukkig hebben we niet te zwaar getafeld die ochtend. Het blijft toch even wennen als je als leek doorheen een rariteitenkabinet wandelt met mummies van ongeboren kindertjes met twee hoofden, terwijl de plaatselijke Mevrouw Frankenstein er opgewonden commentaar bij levert. Haar witte labojas maakt het feest compleet, al doet de zwarte overall van de conciërge meer denken aan een beambte van een funerarium. Aanrader, maar eet geen spaghetti op voorhand.


Al bij al zijn we het hier nog lang niet beu, maar toch moeten we af en toe een keer aan de weg naar huis denken. Als we onze vluchtgegevens checken blijkt dat Iberia onze vlucht van Madrid naar Brussel zowat met vier uur verlaat heeft. Dankzij de geest van Lonesome George (RIP) en vooral de lieve mensen van Joker kunnen we een vlucht later uit Bogota krijgen, maar onze fietstocht naar huis valt in het water. We keken er verdorie naar uit om iedereen met geschoren beentjes op Zaventem te zien! 
Iberia Miseria


Onze planning voorziet nog enkele extra dagen in Bogota, maar eerst moeten we dringend nog een keer het water in. We laten de fietsjes achter bij de Cranky Croc en bussen richting San Gil. Dit dorpje is zowat het mekka van de outdoor-sporten, en je kan er gebakken mieren eten als je wil! Al arriveren we er te midden van een stortbui, ´s anderendaags is er een clear blue sky en kunnen we de raft in om enkele leuke rapids klasse III, IV en V af te denderen. De kalmere stukken springen we uit de boot en laten we ons met de stroming meedrijven, en genieten tegelijk van het landschap. Yep, it doesn´t get any better than this!

Middels een lange nachtbusrit belanden we in het zonnige doch bloedhete Taganga. Het geweldige azuurblauwe water en witte strand lokken zowel Colombianen naar hier om verscheidene redenen. Het behalen van je duikcertificaat, goedkope cocaïne en feestjes, of gewoonweg in de Caraïbische zon te liggen smelten. Het kan allemaal.
Na Galapagos trekken wij onze stoute zwemvliezen aan en flappen zo Aquantis duikcentrum binnen, uitgebaat door Johan, een echt Belg die nog altijd graag bloemkool met bechamelsaus eet. Sommige dingen geraak je niet zomaar kwijt.

De eerste dag belanden we meteen twee meter diep op de zeebodem en mogen we kunstjes leren. Je masker afzetten, je ademhalingsapparatuur verwijderen, je kan het je zo gek niet indenken. Het onderdeel "kieuwen kweken" slaan we net over, maar alle oefeningetjes gaan goed. De diepzeeduik die er op volgt gaat iets minder vlot. De scheurende geluiden in Bart`s trommelvlies houden ons op zes meter diepte. We twijfelen of we verder moeten, maar Johan loodst ons er vlot doorheen, geeft ons `s anderendaags nog een korte peptalk èn een verse instructeur met bergen leservaring: Lorenzo is een man naar ons hart, die België kent van Duvel en het Dour festival. Te gekke kerel! We doen onze truukjes, en duiken dan zo maar even twaalf meter diep tussen de koralen, angelfish, trumpetfish, Lobsterfish, Wallyfish, en één of twee kapotte autobanden die schandalig genoeg op de bodem van dit prachtige koraal liggen. We zijn in de wolken nadien, al heeft Lobke nog veel problemen met het vrijhouden van haar masker en moet Bart om de haverklap zijn oren stabiliseren.

Beetje water binnen!
De laatste dag is Lobke echt in haar element. Ze krijgt haar masker onder controle, en doet vlotjes alle oefeningen en de duik tot achttien meter die we nodig hebben voor ons brevet. Bart heeft wéér problemen met het regelen van de druk in zijn oren, maar duikt eens we de eerste vijf meter voorbij zijn vlot mee de dieperik in.
We nemen afscheid van onze eerste duiktrip met een verplicht examen. Wie een PADI brevet wil mag een dikke cursus theorie blokken, al helpen de instructeurs je er vlot doorheen. Wij studeren echter flink, en krijgen een mooi rapport mee naar huis. Geslaagd en gebrevetteerd om te duiken willen we `s anderendaags richting Tayrona National Park vertrekken, maar Bart`s oren steken er een stokje voor. Er mag zelfs een dokter bijkomen om de trommelvliezen onder handen te nemen. Gelukkig is er niets gescheurd, anders zou de duikcarrière van korte duur geweest zijn. Enkele druppeltjes, wat pijnstillers, en véél aan de medemens "QUE DICES?" vragen doet wonderen. We doen alle moeite om de mutualiteit op de hoogte te brengen, die na een lange zoektocht naar een telefoon doodleuk "Duiken is een gevaarlijke sport meneer, dat dekken wij niet!" mompelen. Toch bedankt voor het bellen meneer! Wie Bart zijn temperament een béétje kent kan zich zijn reactie voorstellen. Gelukkig kan je geen CM-administratief personeel via een I-phone van België naar Colombia sleuren.
We plannen nog enkele trips naar Cartagena en De Verloren Stad. Wedden dat wij die wèl zullen vinden?