We bezoeken nog een laatste Inca-site, maar daarna is het onverbiddelijk de fiets op. Zalig om weer die vrijheid te ervaren na al dat bussen en treinen.
| Lobke, Lynn, Hannes, Bart |
De bus waar we op aanmonsteren is helaas voorzien van een paar spekgladde banden. We gaan er maar van uit dat alles goed zal verlopen, maar na een uurtje rijden begeeft een van de remmen het en kunnen we twee uur staan schilderen aan de kant van de weg. Onze aansluiting missen we ook. We hebben er aanvankelijk weinig vertrouwen in als we terug op de bus kunnen en de chauffeur met een slakkegangetje de bergen begint af te dalen. Gelukkig hebben wij onze fietsen laten zegenen, dus kan ons niets overkomen. We stappen af in Abancay en kiezen er voor om hier de nacht door te brengen. We nemen onze intrek in een proper klein hostalletje recht voor de bushalte, Hostal Paraiso. Wim De Craene moet hier ooit geweest zijn me dunkt!
We verkennen Abancay, dat volledig in het teken van de 139e verjaardag staat. 's Ochtends vinden we een piepklein eethuisje waar een lieve dame zich in alle bochten wringt om de Gringo's te laten ontbijten, terwijl buiten het politie-defile op gang komt. Bie, de drummer van Belgian Asociality, zou een beetje onpasselijk worden bij het zien van zoveel uniformen.
| 1 / 37 |
Ook nu is het weer bussen geblazen, al moeten we twee kilometer uit het dorp fietsen om aan de bushalte te geraken. We rijden recht op de chauffeur en zijn assistenten af, die verbaasd vragen stellen over Belgie en fietsreizen. Per ongeluk omzeilen we zo de weegschaal voor de bagage en worden onze fietsen en bagage zonder wegen of bijbetalen in de bus geladen. Dank u Peru!
Na een lange rit zijn wij zowat de enige die uitstappen in Ayacucho. Een beetje onwennig moeten we onze weg vinden door de donkere straten, maar het zicht op de Plaza Central is adembenemend. Disneyland kan er een puntje aan zuigen. We boeken een tweesterrenhotel, maar krijgen weer een koude douche in plaats van een warme. We hopen op beterschap.
| Gelukkig man! |
De eerste dag is onze route fijn geasfalteerd, en werken we een gezapige 50 kilometer af om op te warmen. We belanden in Huanta, eigenlijk een schattig dorpje dat zoals vele Peruaanse schattige dorpjes geplaagd wordt door het aanhoudende lawaai van de moto-taxi`s en continue getoeter van de Peruaanse chauffeurs.
Van hieruit begint onze calvarietocht richting Huancayo. We rekenen op drie dagen fietsen, maar eens we het asfalt verlaten belanden we op versleten zandwegen, gravel, wegen die onder water staan en meer van dat ellendigs. Het uitzicht is magistraal, maar wij zitten meestal met onze snufferd op de weg gericht om niet in de ravijn gekaatst te worden. Barts achterband begeeft het na de zoveelste hobbel. en bobbel. Banden vervangen op een richeltje naast de afgrond gaat blijkbaar eens zo vlot. Och, het is onze tweede platte band sinds februari, dus niet eens zo erg. Met veel moeite wringen we 50 kilometer uit de banden, en dan nog belanden we pas na donker in het volgende dorpje. Het enige hostal is er volledig uitverkocht, maar de eigenaar maakt zijn tuinhuisje leeg en laat ons er onze tent opslaan.
| Kayakkers en fietsers |
Onderweg ontmoeten we wel Pjotr en Boris, die deel uitmaken van het National Geographic team dat voor de eerste keer de rivier `Mantaro` afvaren in een kayak. `s Anderendaags rijden ze ons weer voorbij, ditmaal met de kayaks op het dak. Er worden straffe verhalen uitgewisseld en foto`s gemaakt. Straks staan we nog stoffig in de National Geographic.
| 3 grote mensen |
Na het gezellige ontbijt staat ons 20 kilometer BERGAF te wachten, waarbij Lobke tegen vijftig per uur naar beneden zoeft. Bart zoeft ietsje trager. We amuseren ons geweldig, en belanden in geen tijd in Huancayo. De Casa de Abuela waar we belanden is een prachtige hostel die heel rustig gelegen is. We neem een verdiende warme douche, en geraken aan de praat met twee Kiwi`s die wel heel toffe ideeën hebben voor de volgende kilometers. Wie weet gooien wij onze plannen ook om...spannend!