We boeken een nachtbus via "Turismo Central" richting Huanuco. Ook nu weer krijgt onze bagage een voorkeursbehandeling, en voor één keer moet Bart niet zelf in de kofferbak kruipen om de fietsen netjes te behandelen. Nu moet je normaal als Peruaan ook je rijbewijs halen...tenzij je een ernstige vorm van het Down syndroom hebt, dan KRIJG je een rijbewijs om met de bus te rijden. Aanvankelijk verloopt alles vlot en vallen we halverwege de uiterst boeiende vertoning van Jurrasic Park 4 {gedubd in het Spaans natuurlijk] in slaap. Als de DVD voor de zoveelste keer blijft haperen gaat de TV gelukkig uit en kunnen wij verder maffen. Tot er in het holst van de nacht iemand wenst uit te stappen, en onze chauffeur vrolijk verder rijdt...zonder evenwel de glazen zijdeur te sluiten, die met een enorme knal uit elkaar barst. Wij draaien nog een keer om en slapen verder.
Huanuco slaapt als we arriveren, en lijkt zo een uiterst charmant stadje. We zoeken een simpele hostel voor een nachtje, en tegen de tijd dat we nog een uurtje willen bijslapen komt het typische Peruaanse verkeer op gang. Het lawaai van de moto-taxis en toeterende auto´s is gewoonweg niet te harden. Peruanen toeteren om de drie seconden, als ze stilstaan, als ze rijden, als ze inhalen, als ze willen stoppen, noem maar op. Het pittoreske stadje verandert in een mum van tijd in een lawaaierige bedoening. Dat Schauvliege het HIER een keer komt uitleggen met haar debiele 100dB norm?
| De grote kindervriend |
Ondanks de zware klimpartij halen we toch bijna vijftig kilometer, wat niet echt veel lijkt maar wel veel is gezien de hellingsgraad. We vragen aan de deur van een schamel boerderijtje of we onze tent mogen neerpoten in de tuin. De eigenaar blijkt Jezus te heten, naast onze redder nu ook onze camping-hulp. Jezus, bedankt!
| Lobke sprakeloos |
We klimmen tot 3900 meter hoogte, en het ademen blijft ondertussen vlotjes gaan, zelfs op die hoogte. Onderweg komen we eindelijk nog een keer de flikken tegen, die ons verbieden tent op te slaan langs de rivier wegens "te gevaarlijk". We krijgen een persoonlijke escorte naar het volgende dorpje. Zelden zo ´n duidelijk "VANMIJNERF" gehoord.Och, dankzij de arm der wet wringen we nog twintig kilometer uit de vermoeide benen en eindigen we in een piepklein dorpje, waar één klein hostalletje is en een piepklein restaurantje waar ze een héél lekkere "rijst met kip" serveren...voor de dertigste dag op rij.
Ondanks alle klimmen -we zitten nu permanent boven de 3500 meter- genieten we volle petrol. Het landschap is het prachtigste dat we in Peru gezien hebben. De weg is redelijk goed geasfalteerd, dus zijn de enige dingen waar je op moet letten de benen, adem en het weer, dat hier al wel eens snel durft kantelen. We arriveren in Huallanca waar de bevolking last heeft van een ernstige vorm van staar. We zijn blijkbaar weer "The only gringos in town"! We hebben enkel een goed bed nodig, want ´s anderendaags wacht ons een klim van 3600m tot 4700m in amper 25 kilometer. Bart mag eerst nog een bandje vervangen, maar tegen 14u staan we op de top. Tijd om te lunchen. Wanneer we naar beneden donderen krijgen we een prachtige beloning voor al dat harde werk, al hoort daar ook een buitje bij. Dankzij de regen kiezen we een beetje snel een hostel die eigenlijk perfect het plaatselijke stadje weergeeft. De mijn is hier de enige bron van inkomsten, en de armoede lees je van de schamele barakken af. Ché maakte in zijn "Motorcycle Diaries" al een opmerking over hoe de mijnwerkers schaamteloos uitgebuit werden. Blijkbaar is het enige dat de laatste zeventig jaar veranderde het feit dat de mijnen nu in Koreaanse handen zijn. Peru ontgint net zoals Chili de bodem ten voordele van buitenlandse bedrijven. De ´Conquistadores´dragen tegenwoordig een maatpak en hebben een legertje advocaten bij, allemaal met de glimlach.
Bart kan na lang zoeken het haarfijne naaldje vinden dat zijn achterband weer verruïneerde. We vervangen snel zowel binnen- als buitenband en beginnen aan de zoveelste klim, ditmaal ´slechts´tot 4300 meter. Na een korte moeilijke afdaling die recht tegen de wind ingaat arriveren we in Conococha. Huaraz ligt op 80 kilometer.We lunchen met een lekkere "Trucha Frita" en besluiten het er op te wagen. Om 14u beginnen we aan onze welverdiende afdaling. Het landschap blijft zich verder voor ons ontrollen. Gewoonweg prachtig.