We vertrekken `s ochtends al om vijf uur richting Riohacha. Het plekje waar we nu weer naartoe gaan staat amper op de kaart. Het meest noordelijke punt van Colombia èn Zuid Amerika heet Punta Galinas. Je kan er verblijven bij de plaatselijke bevolking die je werkelijk in de watten leggen. Met zicht op de meest fantastische baaien van de Caraïbische kust vleien we ons `s avonds in de hangmat. Zelden zo lekker geslapen de afgelopen negen maanden als deze twee nachten terwijl we in slaap gewiegd worden door een fris briesje. Gelukkig dondert er niemand uit zijn hangmat al heeft Bart één keer toch moeite om er in te geraken en eindigt hij tegen moeder aarde. Buiten de trots en de ellebogen is er gelukkig niets beschadigd.
Dag inboorling! |
We komen voorbij enkele woningen van de plaatselijke indianen bevolking. Hier woont de grootste indianengroep ter wereld samen, verspreid over verschillende stammen, maar allemaal ver van de beschaving af. We wandelen mits toestemming door het indianendorpje.
De stoel van de Sjamanen... |
Onze knieën voelen bijna even oud aan als we boven komen. De gids vertelt ons de hele geschiedenis van de regio, waarvan het grootste deel de Incaperiode voorafgaat. Een schattig homootje van het reisbureau vertaalt simultaan in het Engels, al krijg je zo een hoog Peppi & Kokki gehalte op den duur. Het is wel moeilijk je aandacht vast te houden aangezien de muggenpopulatie hier extreme vormen aanneemt. We worden zowat levend opgegeten, al zijn we gelukkig lang niet de lekkerste hapjes.
Het uitzicht van de Ciudad Perdida is adembenemend, en aangezien je niet zoals in Machu Picchu over de koppen moet lopen is het een heel unieke ervaring.
We dalen af naar het tweede kamp voor onze laatste overnachting, en worden onderweg getrakteerd op een tropisch buitje van ik-heb-u-daar-even. De regen én de afdaling geven Bart en Rense zowat vleugels, dus lopen ze samen tegen een fijn tempo naar beneden. De hele groep arriveert een tiental minuten later, allemaal doorweekt tot op de tijgerstring. Tegen beter weten in worden de kleren te drogen gehangen, maar zonder enig resultaat, het blijft gieten dus alles blijft nat. De grote honger wordt gestild met een grote pot pasta, al zijn de motten weer van de partij en kan iedereen de zwerm vliegend ongedierte uit zijn bord beginnen vissen. De meeste gezichten staan ondertussen donker. We vertrouwen de bedden hier nog minder, na het aanschouwen van enkele kuiten die zowat opgevreten zijn oor de bedluizen, dus bedelen we hangmatten om de nacht in door te brengen. Gelukkig schijnt `s anderendaags de zon weer, en is het voornamelijk afdalen geblazen. Maar goed ook, want op de stijgende stukken ligt Bart echt vér achter op de groep. De gids loopt ergens tussen de mensen in zonder zich veel van ons aan te trekken. Slechte punten voor Jezus!
De laatste dag dalen we af bij stralend weer. Onderweg duiken we weer de rivier in, al moeten we er éven uit als er een twee meter lange gifgroene rivierslang langszwemt. Best even schrikken hoor!
Casa Relax! Vré relax jom! |