Ons autootje rijdt richting noorden, waar we onze tent opslaan in de buurt van twee Nationale Parken. Het eerste park luistert naar de onuitspreekbare naam Ischigualasto en is een vindplaats van ettelijke dino-fossielen. De vallei zelf is prachtig om door te rijden. Daarna trekken we richting Talampaya waar we de Argentijnse mini-Grand Canyon bezoeken. We komen zoals gewoonlijk weer aan als het park op sluiten staat, maar omdat de meute al lang vertrokken is en wij pas arriveren als alles weer rustig wordt treffen we nog een armadillo en een grijze vos aan.
We slaan ons tentje op aan de primitieve campsite in de woestijn en krijgen visioenen van ons verblijf in Death Valley. Geen levende ziel in de buurt, alleen wij en ons tentje. Als we 's anderendaags te horen krijgen dat er ook tarantula's in de buurt wonen, is Lobke wel blij dat we er geen ontmoet hebben.
Bij het nalezen van onze blog krijg je soms het gevoel dat wij als enige wereldfietsers in de miserie zitten. Platte banden, dure Duvel, luizige hostals, een vervoersproblematiek waarbij ze zelfs bij de NMBS het tenenkrullend schaamrood van zouden krijgen, en de verhalen over 'turista' oftewel reizigers-diarree hebben we dan nog gecensureerd. Nee, een mens zou voor minder verlangen naar haard, pantoffels, pijp en krant.
Wees gerust, ook andere reizigers zitten al een keer in de miserie. Als we de blogs van vrienden van de afgelopen dagen bekijken lijkt het wel of niemand een fijne kerstavond heeft gehad. En af en toe komen we de pineuten gelukkig ook een keer tegen. Bij het doorkruisen van het pluizige dorpje Rodeo lopen we Florence en Guilleme, onze Franse vrienden met de superdeluxe fietsen, terug tegen het lijf. Ook hen staat het huilen nader dan het lachen. Ze zijn aan hun negende platte band in twee dagen toe, en met hun super-versnellingsapparaat (Rohloff naaf voor de specialisten) is het lastig banden vervangen. We voelen alleen maar sympathie, bieden lift en onderdak aan, maar de koppigaards bijten zich nog één keer vast en plannen openbaar vervoer naar Mendoza. We geven hen het adres van onze hostel in Mendoza en wensen ze veel sterkte. Zelf verblijven we die nacht in een windsurf-hostel, Lamaral. De surf-dudes staan garant voor een goeie atmosfeer, we krijgen zelf al bijna zin om op de plank te kruipen.
Het is vanuit de auto wederom genieten van het uitzicht. Machtige bergketens ontvouwen zich waar je ook kijkt, moeilijk om de ogen steeds op het slechte wegdek houden. De Ruta 40 is haast helemaal geasfalteerd, behalve die kilometers die wij er van gevreten hebben. Geen nood, we hebben alle tijd, al zijn we net iets te relaxed aan de dag begonnen en is de autoverhuur gesloten als we weer in Mendoza aankomen. Damned! Kost ons wel een dagje meer, maar gelukkig kunnen we de auto achterlaten in het Sheraton.
Het eerste pakketje banden werd een goeie twee weken geleden vanuit België verstuurd. Bij de Argentijnse Post lijken ze wel héél erg op de drie aapjes van horen-zien en zwijgen. Na in drie verschillende rijen een uurtje tijd te hebben staan verliezen blijkt ons pakketje nog niet te zijn aangekomen...denken ze. Kom volgend jaar maar eens terug, we sluiten nu voor een lang weekend. Och, we verzinnen wel weer iets anders. Er is blijkbaar rafting in het zuiden van deze provincie, dus gaan we een rugzak extra zoeken en waterdicht ondergoed kopen. En eindelijk vinden we hier onze favoriete Argentijnse champagne, Los Perdices, die we al in Buenos Aires leerden smaken.
Net voor we onze blog online willen zetten, zien we beelden op CNN dat het Torres del Paine park in Chili in brand staat. Dit wereldberoemde nationale park staat bij ons zowat op nummer één om te bezoeken, maar blijkt nu al gesloten te worden voor héél januari. De uitbarsting van de vulkaan Hudson was nog maar net stilaan aan het verteren, en dan dit! Een tegenvaller van formaat, maar weer een extra reden om nog op z'n minst een keer terug te komen.